(periode van 20-08-1960 -> 20-08-1960)
* Cercle
Het nieuwe voetbalseizoen naderde met rasse schreden. Hoog tijd dus om te kijken hoe de conditie van de groen-zwarten er voor stond. En, hoe kon dit beter dan door enkele pittige oefenwedstrijden op het programma te plaatsen ?
“Veelbelovende oefenmatchen te Brugge” – “Cercle – Beerschot AC” : “Het mag gezegd dat Cercle op veelbelovende wijze het nieuw voetbalseizoen tegemoet gaat. Er werden immers reeds twee oefenmatchen betwist die in grote lijnen voldoening schonken. Te Charleville werd nipt met 2-1 verloren tegen de Franse eersteklasser FC Rouen terwijl op half-oogst in Nederland een mooie en verdiende 1-2 zege werd geboekt tegen Breda. In dit laatste treffen lukte de nieuwe aanwinst W. Lambert een prachtdoel terwijl Notteboom het winninggoal scoorde. De Hongaar Locskai, die na de rust Desmaele als linksbuiten verving, liet eveneens een gunstige indruk. De zieke Baas diende belet te geven en werd terdege gedoebleerd door Wittewrongel.
Heden zaterdag, te 18 uur, zet Cercle op eigen terrein haar kompetitievoorbereiding verder met een oefenmatch tegen niemand minder dan de Antwerpse eersteklasser Beerschot. Voor de groen-zwarten wordt het zeker een zware test, al menen we dat het toch op zulk geen ramp zal uitdraaien als verleden jaar. De Sinjoren zullen het niettemin ernstig opnemen en er alles op zetten om op punt te komen. Het bewijs hiervan is dat volgende vijftien “mannekens” de reis naar Brugge zullen meemaken : Smolders, Gernaey, Wouters, Schroeyens, Weyn, Raskin, Van Hemelryck, Huysmans, Vanhostayen, Van Acker, Rik Coppens, Drieskens, De Borger, Zaman en Et. Coppens. Allemaal bekende spelers waarbij ook de duurste transfer van het jaar Drieskens van Lommel, waarvan veel goeds verteld wordt.
Cercle van haar kant zal het met volgende opstelling proberen : Mortier, Roje, Serru, Perot, Wittewrongel, Demey, W. Lambert, Buyse, Bailliu, Michiels en de Hongaar Locskai. Verder zullen ook Desmaele, Acket, Notteboom, Daels en de Hongaar Gaal tijdens deze match getest worden.”
* Brugge
* Als een agent de baan op moet om een opdracht uit te voeren kunnen de weersomstandigheden wel eens tegen zitten. Dan is het altijd meegenomen als er extra kleding ter beschikking is om de weerselementen in iets comfortabeler omstandigheden te trotseren. Burgemeester Pierre Vandamme had oog voor deze situatie en besloot om de daad bij het woord te voegen : “Brugse politiemannen tegen regen en wind beschermd” : “Burgemeester Vandamme heeft twaalf plastieken regenmantels aangekocht om de dienstdoende politiemannen te beschermen tegen regen en wind. De wetsdienaars zijn uiterst tevreden over deze beschutting, doch voor de verkeersagenten is deze meestal minder praktisch, vermits er geen armgaten of mouwen voorhanden zijn, om met de armen bewegingen te kunnen maken. Mogelijks kan aan deze kleine tekortkoming verholpen worden voor degenen die het verkeer moeten regelen. In ieder geval is het een flink initiatief vanwege het administratief hoofd van de Brugse politie, dat ten zeerste naar waarde wordt geschat.”
* Wiedenkt dat de beelden aan de voorgevel van het Brugse stadhuis honderden jaren oud zijn moet dringend zijn mening herzien. De huidige beelden zijn zelfs van relatief recente datum. Een beetje geschiedenis hieromtrent…
- De eerste steen van het stadhuis werd in 1376 gelegd door graaf Lodewijk van Male. De werken namen, zacht uitgedrukt, geruime tijd in beslag want het was pas in 1421, 45 jaar na het begin der werken !, dat men het stadhuis als voltooid beschouwde.
Het Brugse stadhuis was het eerste monumentale laatgotische raadhuis van Vlaanderen en Brabant en was een stenen getuige van de economische en politieke bloei van Brugge tijdens de veertiende eeuw.
- De toenmalige geplaatste gevelbeelden waren van de hand van J. van Valenciennes. Deze beelden werden in de loop van de eeuwen (van de 15detot de 18deeeuw) aangevuld met beeltenissen van figuren uit het Oude en het Nieuwe Testament en figuren van heersers van Vlaanderen zoals graven en gravinnen, aartshertogen en keizers.
- Na de Franse Revolutie van 1792 werden onze gewesten vanaf 1794 door de Fransen bezet. Iedereen weet nog uit de geschiedenislessen van destijds dat de Fransen zich niet schroomden om waardevolle gebouwen, vooral kerken en abdijen, te plunderen en te vernielen. Ook het Brugse stadhuis kwam niet ongeschonden uit deze woelige tijden want de gevelbeelden en de wapenschilden werden vernield.
Op 18 juni 1815 leed Napoleon een definitieve nederlaag tijdens de Slag van Waterloo. Voor onze gewesten veranderde echter niet veel. Wij kwamen gewoon van de regen in de drup terecht want eenmaal de Fransen verdwenen waren kwamen de Nederlanders hier de plak zwaaien…
- Op 25 augustus 1830 werd, ter gelegenheid van de verjaardag van de Nederlandse koning Willem I, de opera “De Stomme van Portici” in de Brusselse Koninklijke Muntschouwburg opgevoerd. Deze opera luidde meteen het begin van het einde van het Nederlandse bewind in. De aria “Amour sacrée de la Patrie” zorgde er voor dat de vlam van de opstand definitief in de pan sloeg, er braken relletjes uit en de Nederlanders mochten nog datzelfde jaar hun matten voorgoed oprollen.
- Vanaf dan ging het snel : op 20 december 1830 erkende een conferentie van de grote mogendheden in Londen het recht op Belgische onafhankelijkheid en reeds op 11 januari 1831 erkende de Conferentie van Londen de nieuwe staat België.
Gevolg van dit alles was dat Leopold van Saksen-Coburg-Gotha op 21 juli 1831 voor het Congres de eed op de Grondwet aflegde en de eerste koning van België werd.
- Het Brugse stadhuis wachtte ondertussen, zoals hierboven vermeld, sinds de ongewenste aanwezigheid van de Fransen op de nodige herstelwerken. Toch moesten de Bruggelingen nog geduld oefenen tot 1852-1863 om de totale buitenrestauratie van hun stadhuis mee te maken inclusief neogotische toevoegingen en het plaatsen van nieuwe beelden door J. Geefs uit Antwerpen en C. Geerts uit Leuven in samenwerking met Bruggeling J. Van Nieuwenhuyse.
- Blijkbaar was er, ook toen reeds, niets nieuws onder de zon, want omstreeks 1875 stelde men vast dat de stadhuisbeelden ‘aftakelden’ wegens ‘slechte materiaalkeuze’ met als logisch gevolg de geleidelijke verwijdering van deze beelden.
Omdat men nooit over één nacht ijs gaat duurde het nog tot 1876 vooraleer met de herstellings- en restauratiewerken begonnen werd. Maar éénmaal gestart werd niet enkel de buitenkant maar ook de binnenkant van het stadhuis grondig aangepakt. Opnieuw werd voor de betrokken kunstenaars en restaurateurs jarenlange werkzekerheid gecreëerd.
- In 1924 kreeg Prosper Hinderyckx uit Sint-Andries de opdracht om nieuwe beelden van Onze-Lieve-Vrouw met de inktpot en van Maria en de engel Gabriël te kappen.
- De soap met de stadhuisbeelden bleef echter duren. In 1960, men was nog maar eens bezig met het stadhuis te restaureren, werden enkele plaasteren beelden geplaatst in de nissen van de voorgevel van het stadhuis met volgend resultaat (artikel verschenen in “Het Brugsch Handelsblad” van 20 augustus 1960) :
“Nieuwe beelden voor het stadhuis vielen niet in de smaak” : “Voor enkele dagen werden in de nissen van het Brugs stadhuis, dat men volop aan ’t restaureren is, vijf plaasteren beelden geplaatst die door de leden van de Koninklijke Kommissie voor Monumenten en Landschappen gekeurd werden. Volgens die heren steekt er niet genoeg ziel in deze beelden, waardoor de gotische stijl zoek is geraakt. Er werd besloten kontakt te nemen met de beeldhouwers de hh. Vandevoorde uit Brussel en Aubroeck uit Temse, om de kunstwerken de gewenste wijzigingen te laten ondergaan.”
- In 1967 werd de Brugse Burg ongewild sensationeel voorpaginanieuws want voor de toegangspoort van het toenmalige gerechtshof ontplofte… een bom !
Uiteraard besteedde ook “Het Brugsch Handelsblad” van 18 februari 1967, naast alle nationale kranten, de nodige aandacht aan dit opzienbarend feit :
“Brugge, Valentijnsdag 13 februari 1967. Het anders zo kalme Brugge haalt de voorpagina’s van de nationale en de lokale pers. ‘Bom ontploft te Brugge. Ontzaglijke schade aan stadhuis, gerechtshof en Heilig Bloedkapel’. Aan de poort van het Brugse gerechtshof op de Burg is in de voorafgaande nacht een bijzonder krachtige bom ontploft.
Drie agenten hebben in de nacht van 12 op 13 februari een enorme knal gehoord en reppen zich richting Burg. Ze constateren dat de bom was geplaatst aan de poort van het gerechtsgebouw, aangezien ze hier een krater van een halve meter diep aantreffen. De linkerhelft van een massieve eikenhouten poort is uit haar hengsels geblazen en het beeld van Moeder Justitia op het binnenplein is onthoofd. Stukken van de gevel van het stadhuis zijn door de klap beschadigd en ook de Heilig Bloedkapel komt er niet ongeschonden uit. Eeuwenoude brandglasramen zijn volledig vernield. Politie, rijkswacht en een wapendeskundige kammen de Burg uit, maar van het springtuig is geen spoor meer te vinden.”
Hoe opvallend deze zaak een hele tijd de voorpagina’s van de lokale en nationale kranten beheerste, even snel verdween elk nieuws van de aanslag uit de media. Ook kon het Belgische gerecht, ondanks zijn duchtige werk in deze prestigezaak, de zaak nooit oplossen. De zaak stierf een stille dood en slechts enkele Bruggelingen hebben nog vage herinneringen aan het mysterie van ‘de bomme van ip den Burg’…
- Na deze aanslag opteerde men om nieuwe beelden te kappen in plaats van de beelden uit de 19deeeuw te kopiëren. M. Witdouck uit Lovendegem vervaardigde zeven gotisch getinte beelden om in de onderste rij te plaatsen.
Er ontstond een langdurige polemiek over de vorm en de stijl van de 48 ontbrekende beelden zodat men zich in 1981 genoodzaakt zag om een wedstrijd uit te schrijven. Het echtpaar Livia Canestraro en Stefaan Depuydt uit Snellegem werden de winnaars. Bij het kappen van de overige beelden inspireerden zij zich, zoals het ook enkele eeuwen eerder gebeurd was, op figuren uit het Oude en het Nieuwe Testament en op heersers van Vlaanderen. Dit keer werden de beelden op andere consoles geplaatst die wapenschilden van de subalterne steden voorstelden.