koop tickets online

Cijfers zeggen niet alles - Kristof Arys

In Tweede Nationale laat Kristof Arys 7 keren de netten van Cercles tegenstrevers trillen in 13 matchen.  Het jaar erop, in Eerste, lukt hem dat slechts 3 keren in 25 matchen.  “De cijfers spreken voor zichzelf, commentaar overbodig,” zo dacht ik.  “Het komt wel voor dat schijn bedriegt, maar toch niet bij zo’n tegenstelling,”  zo leek het mij!  Voordat  ik bij Kristof aanbelde, kon ik het me niet anders voorstellen dan dat hij zijn tweede jaar in Cercleshirt als een rampjaar had aangevoeld.  Toen ik wat later buitenstapte, was ik wijzer geworden.  Neen, hoe welsprekend ze ook lijken, cijfers zeggen niet alles.  Ook nu nog kijkt Kristof terecht met trots en warme herinnering terug op wat hij bij Cercle presteerde  in Eerste Nationale.

Kristof, na zowat 70 jaar Cercles wel en wee intens van nabij gevolgd te hebben, lopen feiten en namen meer dan mij lief is door elkaar in mijn geheugen.  Maar tijdens welke seizoenen  jij voor Cercle speelde, daarover hoefde ik slecht vijf seconden na te denken.  Hoe zou dat komen?

Er zal zich wel menig Cerclesupporter herinneren dat ik Cercle mocht helpen aan zijn, voorlopig, laatste promotie, en ook wel dat ik één jaar later al een ander oord opzocht.  We spreken over 2002-2003 en 2003-2004.

Je kwam van Deinze, en een gemakkelijke overgang was het niet geweest.  Enkele weken voor je transfer kon ik niet nalaten voorzitter Frans Schotte even aan te spreken en hem te zeggen dat er niets belangrijker was voor Cercle dan een overgang van jou naar Groen-Zwart.  Hij antwoordde: “Ze zijn zot bij Deinze.  Zo’n transfersom als zij vragen, dat is niet redelijk.”

Het is pas in januari 2003 dat ik bij Cercle kwam.  Tijdens het tussenseizoen, een half jaar voordien, zat Cercle al achter mij aan, maar bij Deinze was mijn contract voor twee jaar nog maar halfweg.  Had Cercle tien miljoen frank voor mij overgehad, dan was de transfer meteen geklonken geweest.  Toen Deinze er rond Nieuwjaar niet naast kon kijken dat ik een half jaar later gratis weg kon, lieten ze de vraagprijs zakken, en Cercle verschalkte de concurrentie van onder meer AA Gent, Westerlo en Alemania Aken.

En jij, je was gelukkig met die transfer?

Ik was ermee in de wolken.  Mijn ambitie liep helemaal gelijk met die van Cercle: zo snel mogelijk naar Eerste promoveren.  En die uitdaging was enorm.
Groen-Zwart had zeven punten achterstand op de koploper, Heusden-Zolder. Zelf had ik tussen 1998 en nieuwjaar 2003 respectievelijk bij Eendracht Aalter, KM Torhout en SK Deinze in 119 matchen 89 doelpunten gescoord, waarvan de laatste 13 bij Deinze tijdens de eerste helft van de lopende competitie.  In plaats van tegen de degradatie te moeten vechten, kon ik nu, heel dicht bij huis bovendien, een steentje bijdragen in wat een succesverhaal werd.

Met zeven rozen hielp je Cercle aan de zo vurig verlangde kampioenentitel.  
De laatste twee matchen waren beslissend, en ze staan bij elke Cerclesupporter-van-toen in het geheugen gegrift.  Je scoorde niet tijdens die wedstrijden, maar dat was wellicht niet eens een minidompertje op de uiteindelijke euforie? 

Als spits, aangeworven om te scoren, prik  je, vanzelfsprekend, graag de bal tegen het net zoveel het maar kan, maar voetbal is een teamsport, en het is als team dat je faalt of zegeviert.  Was ik niet terechtgekomen in een ploeg die hecht aaneenhing, een ploeg die een collectieve eenheid was, dan was die toch wel zeer merkwaardige  remonte na zeven punten achterstand onmogelijk geweest. Overigens, één doelpunt en één assist staan me extra klaar voor de geest.  Mijn tweede match bij Cercle was op Deinze, we behaalden een belangrijke 0-1 overwinning, en dat ik toen kon scoren was iets heel bijzonders voor mij.  Tijdens de voorlaatste match, op Zulte-Waregem, zouden we bij een overwinning kampioen geworden zijn, maar het werd 1-1. Tijdens de slotwedstrijd, thuis tegen Dessel, hadden we ons lot in eigen handen.  We kwamen 0-1 achter, maar Sebastien Stassin bezorgde ons de zege met twee kopbaldoelpunten.  Eentje ervan was bijzonder merkwaardig: ik kon ‘een verloren bal’ toch nog voor het doel brengen en in een kluwen van spelers werd het een gouden assist voor het hoofd van Sebastien.

Wellicht een onmogelijk te beantwoorden vraag: Was Cercle in 2003 ook zonder jou kampioen geworden? 

Af en toe kom ik op Olympia, en het is niet uitzonderlijk dat Cerclesupporters me zeggen: “Moesten we joen niet gèt èn da joar, we woaren nooiet kampiejoen gewist.”  En dan voegen ze er nogal eens aan toe dat ik niet lang genoeg bij Cercle gespeeld heb.  Maar het enige dat ontegensprekelijk klopt, dat is dat ik tijdens mijn eerste half seizoen één element was van een ploeg met veel talent gedreven door een enthousiaste teamspirit.

Niet lang genoeg bij Cercle gespeeld?  Kom, laten we er geen doekjes om winden: in Tweede 7 goals in 13 matchen, het jaar erop in Eerste 3 in 25.
Ik vraag me af: Wat zou daarvan de verklaring kunnen zijn?  Is het verschil tussen Eerste en Tweede zo groot?   Lag het aan jouw specifieke talenten, m.a.w. aan het ‘soort’ speler dat jij was?  Kreeg jij te weinig de bal toegespeeld door je medespelers? Of misschien vlotte het niet genoeg van meet af aan, zodat je steeds meer aan zelfvertrouwen verloor?  Is het iets van wat mij als mogelijke verklaring door het hoofd gaat of is het iets heel anders: Wat mag er toch aan de basis hebben gelegen van  zo’n daling van het aantal gescoorde doelpunten??  

Tijdens mijn 19-jarige carrière als voetballer heb ik ongeveer 300 doelpunten gescoord. Toen ik met Cercle naar Eerste promoveerde zag ik reikhalzend uit naar wat voor de deur stond, vol verlangen en vertrouwen. Op het einde van 10 jaar jeugdopleiding bij Club trainde ik mee met de eerste ploeg, met Spehar, Stanic, Okon… Speelminuten in Eerste kreeg ik er niet, ik was er nog niet rijp voor.  En nu, halfweg 2003, ging de grote poort open voor mij.  Echter, echter, voorheen en altijd daarna speelde ik als diepe spits, maar bij Cercle speelde ik in Eerste nooit op die mij zo eigen positie.  Cercle had Nordin Jbari aangetrokken, en het was mijn taak rond hem heen te spelen.  Nordin was een vedette, deed het ook  heel goed, maar ‘meters afleggen’ lag hem niet.  Waar ik gewoon was dat mijn medespelers voor mij de ruimte afdweilden, was het nu mijn taak dat voor hem te doen, zodat hij de afrondende schakel kon zijn.  Nooit heb ik zoveel gelopen tijdens mijn matchen als dat jaar, en ook nooit kwam ik zo zelden in de grote rechthoek voor het doel van de tegenstander.  Kijk je alleen naar de cijfers, dan lijkt 2003-2004 een lelijke tegenvaller voor mij, maar daar zit een heel verhaal achter.  Hoe dan ook, ik was blij dat ik kon spelen in Eerste, dat ik mee timmerde aan de weg, en ik voelde mij niet te goed om  de mij opgelegde opdracht in functie van heel ons team en van Nordin Jbari in het bijzonder met hart en ziel uit te voeren.

"Was Jerko trainer gebleven na zijn eerste jaar in Eerste, dan had mijn verdere voetbalcarrière er heel anders kunnen uitzien."

Ik luister met open mond.  Maar het volgende jaar trok je weg van Cercle.  Uit eigen beweging of moest je weg van Groen-Zwart?

In juli en augustus 2004 trainde ik nog bij Cercle, maar op 31 augustus, de laatste transferdag, hakten Cercle en ik de knoop door: op leenbasis vertrok ik naar de grote verliezer van Cercles kampioenenjaar, naar Heusden-Zolder.  Zowel Cercle als ikzelf achtten dit de beste gang van zaken.  Het Cercle van het voorbije jaar had een ingrijpende verandering ondergaan.  Hoewel hij erin geslaagd was Cercle in Eerste te houden, en hij eerder een gouden medaille had verdiend dan dat, werd trainer Tipuric de laan uitgestuurd.  Harm van Veldhoven verving hem.  Jbari trok naar AA Gent, en Cercle lijfde naast Tom Van Mol drie voorspelers in: Dieter Dekelver, Paulus Roiha, en bijzonder belangrijk voor mij, Darko Pivaljevic.  Er kon geen sprake van zijn dat ik diepe spits zou worden en met een trainer die mij wikte en weegde als “slechts driemaal gescoord”, was er weinig twijfel aan dat ik weinig speelminuten zou krijgen.  Ik trok enthousiast naar Heusden-Zolder, want het zag ernaar uit dat ik het succesrijke Cercleseizoen van twee jaar voordien kon overdoen.  Heusden-Zolder barstte van ambitie. De ploeg bestond echter eerder uit eilandjes dan uit een team, en zoiets leidt onvermijdelijk tot een fiasco. 

Blijkbaar had jij het voor Jerko Tipuric.  Uit verschillende interviews van spelers  is me gebleken dat hun visies over hem  fel uiteenlopen: van oprechte appreciatie tot  veroordeling als was hij eerder een kwakzalver dan een coach.

Ik denk dat de pers hierin een niet al te fraaie rol gespeeld heeft, hem uiteindelijk als een kolderfiguur begon af te schilderen. Het valt niet te loochenen dat hij belang hechtte aan wat voor het voetbal niet eens marginaal genoemd kan worden - de kleur van de urine, de stand van de maan - en dat werd in de pers breed uitgesmeerd, maar Tipuric was een vakman die zowel in kwade als in goede dagen voor een gemoedelijke, een familiale sfeer wist te zorgen.  Ook met spelers van verschillende nationaliteiten liepen we niet als in hokjes naast elkaar.  Het is niet elke trainer gegeven een hele groep concurrenten, waarvan je er onvermijdelijk voortdurend enkele zwaar moet ontgoochelen, zelfs met plezier naar de trainingen te laten komen.  Over wat voor mij volgde op Cercle, ben ik heel tevreden, maar was Jerko trainer gebleven na zijn eerste jaar in Eerste, dan had mijn verdere voetbalcarrière er heel anders kunnen uitzien. 

Je liet al verstaan dat je overgang naar de buurt van de Limburgse mijnen  geen succesnummer was.  Je bleef er dan ook maar één jaar.  Hoe verliep je carrière verder? 

Na dat ene seizoen in het verre Limburg trok ik naar Waasland, eveneens in Tweede, en scoorde er 30 goals in 60 wedstrijden.  Daarna, na mijn twee seizoenen aldaar, trok trainer Dirk Geeraerd naar Roeselare, dat in Eerste speelde.  Ik mocht mee, maar kreeg de kans op een mooie job  in het Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart Instituut op enkele kilometers van mijn deur.  Ik greep dat aanbod met beide handen beet, en ben er nog altijd als preventieadviseur en technisch coördinator werkzaam.  Sportief was het een afdaling van Tweede naar Derde Nationale, bij SV Oudenaarde, maar na interessante tussenstadia, doorgaans in stijgende lijn, ben ik nu actief als sportief coördinator bij F.C. Knokke, dat zopas naar Eerste Amateurs promoveerde.  Niet alleen, maar toch vooral, spoor ik jong talent op bij de Beloften van Club, Cercle, Kortrijk, Roeselare, Zulte-Waregem, Gent.

Sinds enkele jaren komen opvallend veel ex-Cerclejongeren bij Knokke terecht.  Lukraak door elkaar som ik even op: Niels Mestdagh, Kieriën Serpieters, Niels Van de Water, Ruben Vanraefelghem, Jannes Vermeulen, Maarten Cobbaert, Alessio Staelens, Niel Dildick, Maxim Vandewalle.  En Nicolas Tamsin en Steven Van Moeffaert hebben zopas na Knokke een ander oord opgezocht.   Dat het zo’n lange lijst is, is geen toeval?

Bij welke ploegen kan er goed opgeleid jong talent gevonden worden dat vermoedelijk net niet voldoende lijkt voor het eerste elftal van een Eerste of Tweede Klasser, maar dat in aanmerking kan komen voor een ambitieuze amateurploeg als F.C. Knokke?  Zonder nodeloos ver te lopen, is dat bij de ploegen die ik vermelde, en voor ons komt Cercle inderdaad als een waardevolle visvijver voor de dag.  Het komt wel eens voor dat talentrijke jeugdspelers menen dat voor hen een basisplaats gegarandeerd is bij een ‘ploegje’ als Knokke, maar dat staat lang niet bij voorbaat vast.  Voor elke speler die door onze selectie geraakt, is het hard knokken bij Knokke!  En, terloops, toen ik als jonge speler van Club naar Standaard Wetteren in Derde overging, scoorde ik slechts driemaal in 20 wedstrijden.  Tijdens de volgende twee seizoenen trof  ik 27 keren roos bij Eendracht  Aalter.  Voor iedereen, maar voor jongeren in het bijzonder, is geduld een mooie maar een noodzakelijke deugd.

"Als speler van een Eerste ploeg, van Eerste Nationale tot en met Tweede Provinciale, heb ik zeven promoties meegemaakt, en niet één degradatie."

Je beëindigde je loopbaan als veldspeler bijna anderhalf jaar geleden.  Die loopbaan duurde 19 jaar na je opleiding bij Club, verliep bij niet minder dan 14 ploegen, en eindigde bij Wingene.  Bij welke ploegen speelde je het liefst?

Bij Cercle en Waasland, en op minder hoog niveau bij Knokke, Wingene en Gullegem.  Dat waren allemaal succesverhalen: bij elk van die sleepten we de kampioenentitel uit de brand.  Weet je waar ik bijzonder fier op ben?  Als speler van een Eerste ploeg, van Eerste Nationale tot en met Tweede Provinciale, heb ik zeven promoties meegemaakt, en niet één degradatie. Wat gekscherend laat ik af en toe eens horen: “Als je spits een neus voor goals heeft, kun je niet zakken…”

En vandaag de dag, na bijna twee decennia op het veld, kun je ook ernaast  genieten van wat je zich ziet afspelen op de grasmat?

Enorm, enorm plezier kan ik eraan beleven.  Ik ben dan ook rechtstreeks en intens bij het gebeuren betrokken.  Niet alleen spoor ik talent op tijdens een viertal wedstrijden per week , ruimer nog behartig ik heel het reilen en zeilen van onze eerste ploeg, in mindere mate ook van onze beloften. Bovendien ben ik een aanspreekpunt voor onze spelers, voor ons bestuur, en in het bijzonder voor onze voorzitter, die als een succesrijk zakenman weet bepaalde taken te delegeren, zodat ik hem zowel sportief als extra sportief wat kan ontlasten.

Om het interview af te ronden, vroeg ik wat de reporter bij een recent interview in het Brugsch Handelsblad wel kan bedoeld hebben, als hij onder een foto laat volgen: “Kristof Arys wordt in Knokke fel geapprecieerd omwille van zijn voetbalkennis en zijn eenvoud.”  Over ‘voetbalkennis’ stelde ik mij geen vragen, maar waaraan dacht  JPV als hij verwees naar Kristofs ‘eenvoud’?  Kristof zal het wel juist voorhebben als hij meent dat JVP daarmee zinspeelt op het feit dat hij vlot en helemaal zichzelf zijnde contact weet op te nemen met wie dan ook.  Evenzeer voelt hij zich op zijn gemak in het bureau van zijn voorzitter bij Knokke, in het bureau van Vitali of Mannaert, als in om het even welk lokaal van Wingene of rond het veld van om het even welk team.  En omgekeerd!  Het is niet omdat hij in Eerste heeft gespeeld, omdat hij vijf jaar profvoetballer was, dat hij zich te goed zou voelen om met mensen van het provinciale voetbal kameraadschappelijk om te gaan. Een vriendelijke ‘goeiedag’, een praatje slaan met Jan en alleman, een openhartig interview: het typeert en eert Kristof Arys, zonder wie we “da joar, 2002-2003, nooiet kampioen geworden woaren, adden we èm nie gèt.”

(Georges Volckaert)

 

Gerelateerde nieuwsberichten

Cerle Brugge KSV
Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 241)

  Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 241)
(periode van 02-12-1961 -> 09-12-1961)

  • Cercle

Speeldag 12 zorgde ervoor dat Cercle een verplaatsing naar Sint-Truiden voorgeschoteld kreeg.  Op zichzelf niet echt iets speciaals ware het niet dat onze groen-zwarten en de geel-blauwen elk negen punten telden.  Als Cercle het laken naar zich toe trok konden ze een mooie sprong voorwaarts maken maar deze redenering ging natuurlijk even goed op voor Sint-Truiden.  Misschien schoten ze allebei nog het meest op met een gelijkspel…
“Veritas” mocht voor het “Brugsch Handelsblad” mee op verplaatsing naar het verre Limburg om er een verslag te maken van de voetbalfeiten die zich voor zijn ogen zouden afspelen :

Sint-Truiden – Cercle Brugge 0-0  -  De verdedigingen primeerden…

“Deze belangrijke wedstrijd op het hobbelige Stayenveld –ongetwijfeld het slechtste terrein uit de hoogste klasse– is nooit tot een boeiend vertoon uitgegroeid.  Het spelpeil was even duister als het weer en de verdedigingen met zes of zeven man langs weerszijden, hadden vanzelfsprekend het hoogste woord.  Dat in die omstandigheden de bordjesman even goed thuis had kunnen blijven, is normaal : op de ganse duur van de partij werden juist geteld twee doelkansen geschapen.  Beiden werden verkeken, één langs iedere kant, zodat ook hier weer de stand gelijk was.  Zelden zagen wij een partij, waarin de supporters zo onverschillig bleven.  Er waren er t.a. niet zo heel veel opgekomen.  Uit hetgeen voorafgaat kan men reeds opmaken dat de brilstand de getrouwe weergave van de match is : wij denken dat bijna iedereen hiermee zal akkoord gaan.  De geel-blauwen zullen misschien aanvoeren dat zij meer aanvielen, doch hiertegenover zullen de Bruggelingen aanbrengen dat zij heel wat beter voetbal toonden.  En dat was inderdaad zo : de jongens van de nationale hulptrainer Goethals speelden werkelijk zo onbeholpen als het maar kan.  Het was voetbal in zijn primitiefste uitvoering, nl. hard tegen de bal trappen en er dan achterlopen !  De groen-zwarten daarentegen probeerden, telkens als zij bij de bal kwamen, deze met gemeten voorzetten over de grond naar voren te brengen en daarbij numeriek in de meerderheid te komen.  Daarvoor moesten zij iets meer lateraal spelen en zowel De Caluwé als Michiels in het spel betrekken.  Het is dus wel waar dat Cercle met 7 verdedigers speelde, maar het is even waar dat wij Cercle ook met 5 man in de aanval zagen, iets wat bepaalde persmensen niet willen zien…  Ten andere, ook Sint-Truiden had het accent vooral op de verdediging gelegd, wat gemakkelijk te verklaren is als men de klassering van de Limburgers bekijkt en overweegt dat zij de voorgaande vier wedstrijden op eigen veld verloren.  Hoe legt men anders uit dat de lokalen om hun twee halfspelers uit de fanionploeg te vervangen, beroep deden op de rechterback en de stopper van de reserven !  Zodat zij met 5 backs in lijn optraden en het werk voor de verbinding op de frêle schouders legden van de vroegere Lyraboy Walter Neefs en Ndala uitsluitend reserveerden voor de stugge bewaking van het “Brugse gevaar Bailliu” !  Over de wedstrijd zelf zijn we vlug uitgepraat.  De eerste helft ging tamelijk gelijk op met Cercle iets degelijker en ook gevaarlijker.  Vooral de langs Orlans opgezette aanvallen brachten de lokale verdedigers wel eens in verlegenheid.  Zo mocht Paelinck een kaarsje branden, toen Bailliu een 10-tal minuten voor de rust een énige doelkans verkeek.  Een door Orlans gegeven hoekschop werd door Paelinck gelost en Gilbert lepelde van op een drietal meter de bal over het ledige doel.  Even later brak Bailliu langs de linkerflank door en zijn goed gericht schot werd schitterend door Paelinck in hoekschop gered.  In deze periode kreeg Mortier weinig gevaarlijk werk op te knappen.  Toch onthouden wij zijn prachtige reflex op schicht van Leenders, niettegenstaande de autoritaire referee nadien voor buitenspel zou fluiten.  Tijdens de tweede helft waren de fruitjongens bijna doorlopend in het offensief, doch hier bewees Delfour dat zijn jongens het klappen van de zweep reeds kennen.  Op één enkele flater na werd de thuisspelers geen kans tot doelen gegeven, doch gelukkig voor Cercle miste Lolinga de hem door Baas geboden kans.  Voor de rest was het spel het aankijken niet waard en met een juiste 0-0 stand werd het einde gefloten.  Geen van beide ploegen verdiende beter…”


Technische  krabbels…
Sint-Truiden  –  Cercle  0-0


- opkomst : 5.000 toeschouwers.
- terrein : zwaar en hobbelig.
- fair-play : hard, doch binnen de perken.
- weersgesteldheid : mistig en kil.
- leiding : ref. Hannet, uitstekend.
- corners : Sint-Truiden 7, Cercle 4.
- Sint-Truiden : Paelinck, Martens, Boffin, Ndala, Peeters, Lismont, Vermeulen, Neefs,
  Nivelle, Lolinga, Leenders.
- Cercle : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom,
  Michiels, De Caluwé, Bailliu, Orlans.
 


Cercle stond na het gelijkspel tegen Sint-Truiden op een relatief veilige negende plaats met tien punten op de teller.  Dat waren er vier meer dan hekkensluiter Lierse en drie meer dan het voorlaatste Union Sint-Gillis dat zich mocht opmaken om naar het Edgard De Smedtstadion af te zakken.  Betekende de komst van Union een buitenkansje voor de groen-zwarten om de kloof met de degradatieplaatsen verder uit te diepen of zou Union zich niet zo maar naar de slachtbank laten leiden ?

De supporters konden, naar goede gewoonte, tijdig kaarten aanschaffen voor deze voor beide elftallen cruciale wedstrijd :

Kaarten op voorhand voor Cercle – Union : Voor de belangrijke wedstrijd die Cercle morgen tegen Union betwist op eigen veld, zijn er kaarten op voorhand te bekomen in het Hotel de Londres, ’t Zand, tot zondagmiddag 12 uur.  Ook op het Cercleterrein kan men zich voor deze wedstrijd reeds kaarten aanschaffen zondag van 10 tot 12 uur.”

Normaal verscheen er voor elke wedstrijd een soort ‘Vooruitblik’ in het “Brugsch Handelsblad” waarbij meestal een korte bespreking, een pronostiekje en de samenstelling van de Cercleploeg gegeven werd.  Deze keer had de samensteller van dit artikeltje blijkbaar een gebrek aan inspiratie want verder dan de vermoedelijke groen-zwarte opstelling kwam hij niet… :

Cercle – Union : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De Caluwé, Michiels, Bailliu, Orlans.”

En dan was het moment van de waarheid aangebroken…  Groen-zwart ontmoette geel-blauw in het vertrouwde Edgard De Smedtstadion.  “Vic Bergh” van het “Brugsch Handelsblad” zocht zijn plaatsje in het stadion op en hoopte ongetwijfeld, samen met de talrijk aanwezige supporters, dat Cercle een tweepunter in de wacht zou slepen…

Cercle Brugge – Union S.G. 1-4  -  De keerzijde van de medaille…

“Voor wie de groen-zwarten aan het werk zag tegen Waterschei, die ze afgetekend klopten, en thans tegen Union die even overtuigend de volle inzet wegkaapte, zal het verschil der prestaties zeker hemelsbreed schijnen.  En dit is zo, want zo geestdriftig, pittig en snedig Cercle acteerde tegen de Limburgers, zo onsamenhangend, ongeïnspireerd en passief zij het deed tegen de Brusselaars, met het rechtstreeks gevolg dat het i.p.v. een nieuwe bemoedigende zege een ontgoochelend en niet te verontschuldigen verlies werd.  Mag men hier dus gerust van de keerzijde van de medaille spreken, dan komt het ons voor dat de schrijnende zwakheid waarvan de Bruggelingen zondag getuigden, niet toevallig is en als een moeilijk afwendbare weerslag van het in de laatste weken gehuldigde defensief systeem mag aanzien worden.  Dit steunde immers onvoorwaardelijk op het rendement van enkele waardevolle pijlers als Michiels, Orlans, De Caluwé en Bailliu, die zich bovenmenselijke inspanningen moesten getroosten om het geheel in gang te houden en zowel defensief als offensief te doen renderen.  Wat zag men nu tegen Union ?  De motor Michiels vond opvallend de gepaste draai niet, evenmin als De Caluwé terwijl Orlans slechts enkele goede flitsen liet zien in de 1e helft om daarna helemaal niet meer mee te spelen.  Waar ook Notteboom niet boven kwam, bleef Bailliu nog de enige hoop om een geleidelijk hachelijker wordende situatie recht te zetten.  Maar ook deze hoop bleek ijdel, want Bailliu vermocht niets tegen de gesloten vierman Union-verdediging van wie de stugge Claes en Schraepen hem van geen vin losten.  Union, die werkelijk vocht voor iedere bal, bleek daarbij allesbehalve een kalantje, en wist tegen de “Cerclemuur” de passende tegenzet toe te passen.  Zij onthield zich angstvallig van stapelspel en trok het integendeel wijd open langs de puntspelers die de lokale achterhoede keurig uit elkaar speelden.  Hierbij traden bijzonder Van Wilder, Vanden Bergh en Van Cauwelaert op het voorplan zodat de eerder onzekere lokale verdedigers het hard te verduren kregen.  De 1-4 cijfers die Union op het skoorbord toverde, waren het normaal gevolg van haar onbetwistbare meerderheid die zich in alle lijnen aftekende en deed gelden.”


Technische  krabbels…
Cercle Brugge  –  Union Sint-Gillis  1-4


- opkomst : 9.000 toeschouwers.
- terrein : zeer glibberig.
- weersgesteldheid : koud en betrokken, donker naar het einde toe.
- leiding : ref. Deckx, behoorlijk.
- fair-play : in de perken.
- corners : Cercle 8, Union 6.
- doelpunten : 27’ Van Vaerenbergh 0-1, 31’ De Caluwé 1-1, 38’ Vanden Bergh 1-2, 47’
  Van Cauwelaert 1-3, 70’ Close 1-4.
- Cercle : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De
  Caluwé, Bailliu, Michiels, Orlans.
- Union : Vanderstappen, Devogelaere, Bruylants, Van Wilder, Claes, Schraepen, Van Vaerenbergh, Vanden Bergh, Mertens, Close, Van Cauwelaert.

 

 

Lees meer
Cerle Brugge KSV
Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 240)

Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 240)
(periode van 18-11-1961 -> 25-11-1961)

  • Cercle

Een wedstrijd tegen het Nederlandse NAC Breda werd stilaan een traditie.  Misschien, misschien ook niet, vraagt de lezer van deze rubriek zich af wat de afkorting “NAC” zou kunnen betekenen.  Je kunt er eventueel naar raden maar ik ben er vrij zeker van dat je er, zonder de broodnodige voorkennis, nooit achter komt.  Welnu, om al degenen die tot nog toe met dit prangend probleem worstelden uit hun lijden te verlossen, volgt hier (eindelijk) de oplossing.  NAC Breda ontstond op 19 september 1912 als resultaat van de fusie tussen twee ploegen.  Enerzijds was er NOAD (Nooit Opgeven Altijd Doorzetten) en anderzijds had je ADVENDO (Aangenaam Door Vermaak En Nuttig Door Ontspanning).  Toen de fusie er kwam in 1912 zocht men de nieuwe benaming echt niet ver…  De verantwoordelijken voegden gewoon de namen van de twee vroegere verenigingen samen en plaatsten er “Combinatie” achter.  Het resultaat van die fusie-denkoefening werd dus doodgewoon “Noad Advendo Combinatie” wat de logische afkorting NAC opleverde.  Zo zie je maar dat het niet altijd moeilijk hoeft te zijn…

Cercle – Breda 0-1  -  “Koude” en ondankbare karweien…

“Eens te meer is het tijdens het afgelopen weekeind klaar aan het licht gekomen, dat de sportliefhebbers uit het Brugse moeilijk warm te maken zijn voor vriendenwedstrijden, al hebben deze nog een (bescheiden) internationaal cachet !  Zowel zaterdag op Cercle als zondag op Club bleef de publieke belangstelling ver onder de verwachtingen en we kunnen niet eens zeggen dat de afwezigen ongelijk hadden.  Qua spelvertoon kon Cercle – Breda er nog enigszins door en bleef men niet verstoken van spanning, maar op de “Klokke” tegen Willem II –waarvan een spuiter zegde dat hun “sigaren” beter waren !– werd het een zeer middelmatig, zoutloos en koud gedoe.  Best nog dat de langs de micro doorgegeven prachtprestatie der Rode Duivels tegen Holland wat stemming en geestdrift bracht, anders ware het een volledig fiasco geworden…  Van dergelijke partijen kan gewis naar waarheid worden gezegd, dat het sop de kool niet waard is en hieruit zowel financieel als sportief weinig te halen is.  Veel meer dan “koude” karweien waren deze matchen niet, zowel voor spelers als dirigenten en publiek, zonder dan nog de mensen te vergeten die hierover verslag moeten uitbrengen en hard aan hun potlood moeten zuigen om iets aanvaardbaars op hun papier te krijgen.  Nieuwe experimenten en lichtpunten waren er evenmin en alleen was er het niet denkbeeldig risico van gekwetsten te moeten noteren, hetgeen Herssens en Van Gansbeke bij Club en Baas bij de groen-zwarten, aan den lijve ondervonden.  Bij dit alles is er ook bitter weinig te zeggen over de uitslagen, want had Cercle minstens een gelijk spel in het bereik dan moesten de blauw-zwarten met iets meer doordrijvendheid en wilskracht het pleit vlot gewonnen hebben…
Cercle steeds zonder doelschutters…
De semi-beroepsspelers van Breda lieten zaterdagavond op Cercle zeker geen onaardige indruk en pakten uit met een stevig aaneengesloten, snel en snedig spel dat de groen-zwarte verdediging aanvankelijk de voeten vol gaf.  De lokalen, die ditmaal enkel Michiels in achteruitgeschoven positie hielden wisten echter met gunstig gevolg het gevaar te keren, temeer dat de gasten zich niet al te schotvaardig toonden.  Het was dan ook eerder op een gelukje dat zij rond de 20e minuut aan de leiding kwamen met een doelpunt van Vander Lugt, die dankbaar gebruik maakte van een aarzeling van Baas om Mortier onherroepelijk te verschalken.  Tot dan toe had Cercle zich gewis niet onbetuigd gelaten en was zelfs iets meer bij de bal geweest, hetgeen onderstreept werd door talrijke hoekschoppen en enkele goede pogingen van Michiels, Notteboom en Bailliu die nipt het doel misten of door een klemvaste Nederlandse keper werden gestuit.  Naar het einde van de 1e time zouden de lokalen zelfs hun druk verhogen maar hier kon men andermaal vaststellen hoe moeilijk zij een doelpunt kunnen maken.  Vooraan was er opvallend gebrek aan samenhang, vooral dat Buyse als invaller voor de geselectioneerde Orlans er weinig van terecht bracht en bijzonder het inzicht miste dat zo kenmerkend is voor de Gentenaar.  Hoe Bailliu zich ook inspande en afsloofde, lijn en gang kreeg hij niet of onvoldoende in de Brugse aanvalsacties die dan ook meestal door de stug sluitende Hollandse verdedigers vlot werden afgewimpeld.  Er moet dan nog aan toegevoegd dat ook het geluk niet aan lokale zijde was, want als iedereen reeds de verdiende gelijkmaker meende te mogen toejuichen, sloeg de machtige kopbal van Bailliu op de dwarslat te pletter.  De bezoekers, die in het vierde kwartier weer gevaarlijk in het offensief kwamen, zouden evenwel ook met onkans af te rekenen hebben, want rake schoten van Van Gastel en Canjels (*) werden op hun beurt geremd door het doelhout terwijl Mortier ook enkele flinke saves naar voren bracht.  De groen-zwarten, die Michiels in verdediging hadden getrokken i.p.v. de gewonde Baas en Daels het nr. 10 hadden gegeven, zouden dan geleidelijk weer in de meerderheid komen, doch verder dan tot enkele corners brachten zij het weer niet.  Beurtelings gingen Bailliu, Buyse en Notteboom hun kans maar keeper Korebrits wist met alles raad, terwijl zijn maats van geen stootje vervaard bleken om de opdringende lokalen te stuiten.  Zodoende bleef het bij een 0-1 succes van Breda, daar waar een draw beslist beter de spelverhouding had weergegeven.”

(*) Leo Canjels (° Princenhage, 1 april 1933 - + Breda, 26 mei 2010) was van 1979 tot 1982 trainer van Cercle (nvdr).


De  acteurs

 

- scheidsrechter : Debleeckere.
- Cercle : Mortier, Serru, Decock, Baas (Daels), Wittewrongel, Demey, Notteboom, De
  Caluwé, Bailliu, Michiels, Buyse.
- Breda : Korebrits, Hoogenhuizen, Laseroms, Luyten, Kuys, Pelkmans, Meyers, Geraerds,
  Canjels, Vander Lugt, Van Gastel.
 


Na de oefenpartij tegen Breda werd er alweer vooruitgekeken naar de komende competitiematch, een thuiswedstrijd tegen Thor Waterschei.  De competitie primeerde immers en daar moesten punten ‘gepakt’ worden.  En daar hoorde, traditiegetrouw, ook een vooruitblik bij :

Cercle – Waterschei : De groen-zwarten staan morgen zondag op eigen veld voor een even belangrijk als zwaar treffen tegen Waterschei die tot hun rechtstreekse concurrenten behoort.  Cercle zal in deze vierpuntenwedstrijd weer al haar geestdrift en wilskracht moeten aanwenden om enige winst te boeken, vooral dat ook de stoere Limburgers een dringende puntennood hebben.  Kunnen De Caluwé en zijn maats éénzelfde presteren als tegen Antwerp naar voren brengen, dan zien we hen weer een nipte zege behalen met volgende officieuze formatie : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De Caluwé, Michiels, Bailliu, Orlans.”

Omdat er voor deze toch wel belangrijke wedstrijd nogal wat volk verwacht werd konden er kaarten op voorhand gekocht worden :

kaarten Cercle – Waterschei : Voor de kapitale wedstrijd van morgen zondag tegen Waterschei, zijn kaarten bij voorbaat te verkrijgen in het Hotel de Londres, ’t Zand, tot zondagmiddag 12 uur, evenals zondagmorgen van 10 tot 12 uur op het groot terrein van Cercle.”

En dan was het zo ver…  Zou Cercle in het zand bijten of zou, zoals het voorspeld was in de vooruitblik, een nipte overwinning worden ?  Misschien eindigde de wedstrijd wel gewoon op een gelijkspel, wie weet...  “Vic Bergh” mocht alvast, gewapend met pen en papier, richting Edgard De Smedtstadion stappen om er een verslag van de wedstrijd te maken.

Cercle Brugge – Thor Waterschei 5-1  -  Verdediging… is de beste aanval !?

“Van in onze voetbaljeugd hebben we het steeds met luide stem horen verkondigen “dat de aanval de beste verdediging was”.  Het gebeurde inderdaad niet zelden dat een ploeg die naar het einde toe van een wedstrijd zich in het defensief terugtrok om haar voorsprong te beveiligen, van een kale reis terugkwam en nog de inzet, of een gedeelte ervan, moest afstaan.  Daarom dat men orakelde dat het beter was verder zijn gewoon spel te spelen i.p.v. door een stug verdedigen een grotere aanvalskracht van de tegenstrever in de hand te werken met de eraan verbonden –vaak fatale– risico’s !  Even waar is het nochtans dat deze geijkte voetbalwaarheid de laatste jaren in de moderne spelconceptie heel wat van haar actualiteitswaarde heeft ingeboet en de meeste ploegen het juist andersom probeerden en het accent op de verdediging legden i.p.v. op de aanval.  Ongetwijfeld heeft dit zijn voor- en tegenstanders en vooral de echte voetbalkenners, die voor alles op een aantrekkelijk en technisch vaardig offensief spel zweren, veroordelen een stug “safety First”, dat er slechts op gericht is aan obstructie te doen en de aanval te breken.  Ook Cercle heeft zich noodzakelijkerwijze en uit nijpende puntennood naar een uitgesproken en versterkte verdediging gekeerd, en het moet gezegd dat de groen-zwarten hieruit heel wat meer baat halen dan uit hun vroeger lateraal en kort aanvalsspel, dat soms zelfs naar show rook maar hopeloos onproductief en steriel was.  Van deze grondige en niet door iedereen gesmaakte tactiekwijziging kan zeker hetzelfde niet gezegd, want uit de laatste vier wedstrijden –na het Waterlo op Standard– haalden Bailliu en zijn maats vijf kostbare punten, scoorden 9 doelpunten en lieten zich slechts viermaal verrassen.  Van hieruit te zeggen dat verdediging de beste aanval is, is maar één stap, en helemaal ongelijk hebben de nieuwe profeten niet !  Dat moest het eens zo gevreesde Waterschei zondag jl. tot zijn schade ondervinden, want spijt de Limburgers steeds lichtjes in de meerderheid waren en Cercle voor alles hen de weg naar het doel trachtte af te snijden, kregen zij zo maar eventjes een 5-1 pil te slikken, hetgeen zeker wel “de” verrassing van de dag betekende.  Zijn deze zware cijfers mogelijk wel een tikje geforceerd en werden zij wel enigszins in de hand gewerkt door het zwak presteren van de bezoekende stopper en keeper, dan is er evenwel niet het minst te tornen aan het verdiende van de Brugse zege, die voluit gerechtvaardigd was.

Enkele weken eerder had een groen-zwarte supporter zijn mening omtrent het reilen en zeilen van Cercle in een lezersbrief geventileerd (zie “Cercle en Brugge door de jaren heen…” deel 238).  Na de 5-1 overwinning tegen Thor Waterschei achtte Cerclespeler Gilbert Bailliu het moment gekomen om voor een antwoord te zorgen :

Gilbert Bailliu dankt de Cerclesupporters

“Enkele weken geleden heeft een Cerclesupporter uit Assebroek een open brief laten verschijnen in het “Brugsch Handelsblad” waarin hij oprecht en duidelijk de huidige situatie van Cercle overwoog.  Bedoelde schrijver, die de toestand nuchter en sportief bekeek, heeft op spelers en bestuursleden, hoe eigenaardig het ook mag luiden, een gunstige uitslag gevonden.  Ik heb echter gewacht tot de wedstrijd Cercle – Waterschei achter de rug was, om deze brief te beantwoorden.  Zijn we thans misschien niet op het keerpunt van de competitie gekomen wat betreft Cercle ?  Cercle heeft nu zo ongeveer haar leergeld in eerste klasse betaald.  De periode van zoeken en tasten is “Vorüber”.  In het begin werd “open” gespeeld, te traag en te lateraal.  Het gevolg hiervan was dat we pijnlijke nederlagen ondergingen.  Nederlagen als 3-0 op FC Luik, 7-2 op Charleroi en 7-1 op Standard konden niets anders dan het moreel van de ploeg ondermijnen.  Wat moest er gedaan worden ?  Was de toestand nu reeds hopeloos ?  Op dit ogenblik echter werden alle hoofden bij elkaar gestoken en werden de rechten en de plichten van de spelers en bestuursleden tegenover de Cerclesympathisanten onder de loupe genomen.  Het kwam er in de eerste plaats op aan punten te winnen !  De middelen waarover we beschikken werden toen eerst gebruikt en doelmatig toegepast.  Het gevolg hiervan was dat de pers een eerder ongunstige kritiek uitte tegenover het door Cercle geleverde spel.  De resultaten waren voor ons echter zeer gunstig.  De duurbare puntjes kwamen binnen, de supporter was tevreden en de Cerclespelers kregen opnieuw vertrouwen.  Ten slotte kan niemand meer loochenen dat de huidige spelconceptie niet noodzakelijk is.  Wij MOETEN ten slotte in eerste blijven en het vertrouwen dat de ware Cerclesupporter in ons stelt, waarderen.  Ik geloof dat we momenteel de goede weg zijn ingeslagen om alle verwachtingen die in ons gesteld werden, in te lossen.  Ik vraag daarom aan alle Cerclesupporters dat ze ons zouden helpen tot de overwinning.  Hun aanmoedigingen zijn MEER dan NOODZAKELIJK !  Supporters, gij hebt bewezen tegen Antwerp en Waterschei dat ge aan onze zijde staat.  In deze overwinningen hadt gij ook ruimschoots uw aandeel.  Mag ik u ook vragen in de overige wedstrijden uw luide keel niet te sparen om ons aan te moedigen, wij van onze kant zullen ook ons beste beentje voorzetten ook al gaat alles soms niet naar wens.  Waarde Cerclesupporters, laten wij de handen in elkaar slaan.  Ieder doet zijn best in de mate van het mogelijke en ten slotte zal één zaak vast staan…  WIJ KOMEN ER BESLIST !
Met de beste dank bij voorbaat, G. Bailliu.”


Technische  krabbels…
Cercle  –  Thor Waterschei  5-1


- opkomst : 8.000 toeschouwers.
- terrein : goed.
- weersgesteldheid : koud en overtrokken.
- leiding : ref. Blavier, bevredigend.
- fair-play : correct.
- corners : Cercle 3, Waterschei 5.
- doelpunten : 1’ Bailliu 1-0, 15’ De Caluwé 2-0, 20’ Oversteyns 2-1, 27’ Bailliu 3-1, 44’ De
  Caluwé 4-1, 82’ Bailliu 5-1.
- Cercle : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De

  Caluwé, Bailliu, Michiels, Orlans.
- Waterschei : Loenders, Smeyers, Van Rooy, Meyers, Niessen, Bollen, Sneyers, Schoefs,
  Ritzen, Oversteyns, Hermans.

 

 

Lees meer
Cerle Brugge KSV
SHOT sprak met … Leentje Van Meirhaeghe

SHOT sprak met … Leentje Van Meirhaeghe

Marketing activation manager

“In ’t donkerst van ’t jaar.” Terwijl staf en spelers het balletje lieten rondgaan onder een Spaanse herfstzon, zochten we Leentje Van Meirhaeghe op. Sinds enkele maanden is zij voltijds in dienst van Cercle als ‘marketing activition manager’. Met het Cercle-DNA in de genen activeert ze de groen-zwarte beleving op alle mogelijke fronten. We waren benieuwd en praatten honderduit.

Stel je je even voor Leentje?

Ik ben geboren in Brugge, 33 jaar geleden. Ik groeide op in Damme en liep school te St. Leo in Brugge. Na de middelbare school studeerde ik Lichamelijke Opvoeding te Gent, waarna ik ook een master Sportmanagement voltooide. Ik besloot nog een jaartje in het buitenland te studeren en een extra master ‘Sportsmanagement and the Business of Football’ te doen in Londen. Daar deed ik veel ervaring op bij de grote clubs in Engeland. Bij mijn terugkeer naar België kon ik geen job vinden bij de eersteklassers. Daarom ging ik bij Decathlon aan de slag en werkte voor de winkels van Anderlecht en St. Truiden. Het ging ook overzee voor anderhalf jaar, richting Canada (Ottawa) waar ik voor Decathlon winkels heb geopend.

Lees meer
Cerle Brugge KSV
Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 239)

Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 239)
(periode van 04-11-1961 -> 11-11-1961)

  • Cercle

Cercle had van de komst van Beerschot geprofiteerd om een kostbaar puntje in de wacht te slepen.  Konden de groen-zwarten dit herhalen tegen de rood-witte stadsgenoten van Beerschot ?  Op de negende speeldag kregen ze alvast de kans om, in eigen huis hun puntensaldo wat aan te dikken…

Cercle Brugge – Antwerp F.C. 3-1  -  Geestdrift en strijdvaardigheid aan de basis…

“Zelfs als Cercle met zware cijfers op Olympic, Club Luik en Standard geklopt werd, was de sportpers het eens om te zeggen dat de Brugse nieuwelingen goed en aantrekkelijk voetbal speelden, maar opvallend de nodige kracht, hardheid en snelheid misten om nu reeds in eerste klasse volwaardig te renderen.  In andere woorden gezegd, de groen-zwarten waren te braaf en lieten zich te gemakkelijk maneuvreren door meer geroutineerde en geharde tegenstrevers, die reeds jaren het klappen van de zweep kennen.  En zie, in een paar weken is dit volkomen veranderd.  Cercle, die noodzakelijkerwijze naar het defensieve wapen greep, heeft zowel tegen Beerschot als tegen Antwerp met klank bewezen, wel de onontbeerlijke geestdrift en wilskracht te kunnen opbrengen om voor de broodnodige puntjes te kunnen vechten en dit met een verrassend succes.  Het waren immers in het bijzonder voornoemde factoren die de nochtans fel gehavende Brugse ploeg toegelaten heeft de “mennekens” in bedwang te houden en thans Antwerp haar eerste nederlaag op verplaatsing toe te dienen.  Alhoewel de groen-zwarten op papier geen schijn van kans werd toegekend om de Sinjoren ook maar enigszins te bedreigen, zijn ze er niet alleen in geslaagd door een stevige verdediging de roodbroeken te remmen, maar ook en vooral door hun snedige en geestdriftige uitvallen de Antwerpdefensie uit haar evenwicht te krijgen en tot driemaal toe te verrassen !  Overdreven was dat zelfs niet eens, want met een tikje meer beheersing vanwege Daels en Notteboom waren er beslist nog een paar doelpunten bijgekomen.  Reden om laatstgenoemde Cerclespelers hiervoor een steen te werpen is er echter in geen geval, evenmin als naar Wittevrongel wiens flater het enige doelpunt der gasten meebracht, want allen hebben zich als één man en met ware leeuwenmoed in de harde strijd geworpen.  Deze hebben ze trouwens ruim verdiend tot een goed einde gebracht, hetgeen een juiste beloning was voor hun allesgevend en niet-versagend presteren.  Want aan het verdiende van de lokale overwinning was er niet het minst te tornen daar waar Antwerp voor haar verlies weinig verontschuldigingen kan doen gelden, tenzij het uitvallen van back Adriaensens en vooral het feit dat zij in een slechte dag was…


Technische  krabbels…
Cercle Brugge  -  Antwerp F.C.  3-1


- opkomst : 9.000 toeschouwers.
- terrein : uitstekende staat.
- weersgesteldheid : aanvankelijk betrokken, daarna zon, lichte wind dwars over ’t veld.
- leiding : ref. Casteleyn, bevredigend.
- fair-play : bijna voorbeeldig.
- corners : Cercle 4, Antwerp 6.
- doelpunten : 25’ Daels 1-0, 42’ Notteboom 2-0, 47’ Declers 2-1, 57’ Notteboom 3-1.
- Cercle : Mortier, Serru, Decock, Baas, Wittevrongel, Demey, Notteboom, Daels, Michiels,
  De Caluwé, Orlans.
- Antwerp : Cooremans, Wouters, Adriaensens, Mees, Van Ginderen, Janssens, Beyers, Deckers, Van Gool, Bohez, Reniers.

 

Lees meer
Cerle Brugge KSV
SHOT sprak met … Pablo Vermote

SHOT sprak met … Pablo Vermote 

Content creative” & jeugdtrainer


“Misschien niet de beste, maar wel de mooiste vereniging van ‘t land…” We spraken Pablo Vermote, de man die sinds enkele maanden samen met het communicatieteam o.a. de sociale media bij de Vereniging stoffeert. We leerden de sympathieke Bruggeling kennen een dag voor de aftrap tegen Union St. Gillis. Of hoe de liefde voor Cercle nog maar eens een stem en een gezicht kreeg.

Lees meer