Profclubs gaan steeds vroeger heel jonge voetballers scouten. Een jaarlijks kwalitatief goede instroom is belangrijk, zeker voor Cercle Brugge die jeugdwerking hoog in haar vaandel draagt. In dit interview maken we kennis met Marc Van Opstaele, hoofdscout van de jeugd van Cercle Brugge. Als jeugdploegen het goed doen en de grootste talenten uiteindelijk in de A-kern terechtkomen, heeft hij en zijn team daar in elk geval een belangrijke bijdrage aan geleverd.
Marc, hoe ben jij op Cercle Brugge terechtgekomen?
In 2005 kwam de plaats van Hoofdscout Jeugd vacant. Mijn zoon Jurgen (15 jaar lang jeugdtrainer op Cercle, nu hoofdcoach van KRC Gent, n.v.d.r.) maakte mij hierop attent, en na een goed gesprek met toenmalig Hoofd Opleiding Ronny Desmedt, was alles in kannen en kruiken. Voordien zat ik in de sportieve staf van vierdeklasser V.V. Sparta Ursel, maar dat engagement viel hoe langer hoe moeilijker te combineren met mijn job in het onderwijs.
Wat is voor jou het profiel van een goede scout?
Wie de beste is op het veld, kan iedereen zien, maar wie de beste gaat worden, daar draait het om. Dat is niet zo gemakkelijk in te schatten. Daarnaast moeten mijn scouts enthousiasme, passie, discretie en perfectionisme aan de dag leggen. Ze zijn vaak het eerste aanspreekpunt van ouders of spelers, dus ze moeten zich als een waardige Cercle-ambassadeur gedragen.
Hoe gaat de jeugdscouting van Cercle Brugge concreet in zijn werk?
In het begin van het seizoen proberen we zoveel mogelijk wedstrijden te bekijken, en steken we elke naam die ons opvalt in een database. Na een paar maanden gaan we gerichter ter werk. We krijgen van de teamcoaches de pijnpunten van elke ploeg doorgespeeld en dan gaan we op zoeken naar profielen die voor verbetering kunnen zorgen. Voor elke positie op het veld kennen mijn scouts de competenties die vereist zijn voor die plaats.
Zijn er ook testdagen voor de betere spelers voorzien?
Wie twee positieve verslagen krijgt, en op een positie speelt die eventueel opnieuw kan ingevuld worden, krijgt de kans om een paar keer mee te trainen met de groep. Er komen maximum twee testers per training, om het normale verloop van het oefenmoment niet te verstoren. Daarna nemen we uiteindelijk een beslissing of stellen die even uit, als er geen consensus is.
"Wie de beste is op het veld, kan iedereen zien, maar wie de beste gaat worden, daar draait het om."
Scouten jullie enkel in de onmiddellijke regio, of gaan jullie over de provincies heen?
Ik heb 11 scouts, onder wie één iemand specifiek voor doelmannen, en elk heeft een eigen regio onder zijn hoede, uiteraard vooral in Oost- en West-Vlaanderen. Zes personen volgen specifiek de onderbouw (U7-U10, n.v.d.r.) en schuimen de gewestelijke en provinciale velden af. De vijf scouts die op zoek gaan naar talent voor de U11 tot en met de U17 bezoeken de teams die uitkomen in de interprovinciale en elite competitie.
Kan een geïnteresseerde speler naar jou een mail sturen met de vraag of hij eens mag komen testen bij Cercle?
Nee. We hebben niet de middelen om elke jongere die zichzelf aanprijst ter plaatse te volgen. Zelf gaan we ervan uit dat de meeste spelers op een bepaalde leeftijd op hun niveau spelen; daarom sturen we in geval van een mail enkel een scout naar de allerjongsten, en vaak pas nadat we eerst links of rechts via onze kanalen al eens geïnformeerd hebben.
Kijk je bij talentdetectie op dezelfde manier naar de jongste als naar de oudste jeugdspelers?
Zeker niet. Bij de allerkleinsten kijken we naar wat iedereen kan zien: technische vaardigheid, motoriek, explosiviteit, coördinatie, snelheid, de gave om onder druk met of zonder bal de juiste beslissing te nemen, enz. Bij oudere spelers hechten we daarnaast veel belang aan de winnaarsmentaliteit en emotionele stabiliteit. Toont de speler grinta en gedrevenheid? Hoe is zijn attitude tegenover de scheidsrechter en medespelers als zijn ploeg in het verlies staat? Hoe gaat hij er mee om als hij eens op de bank zit? Wij bieden op Cercle immers een omgeving aan waarbij spelers hun talent verder kunnen ontplooien, maar het zelf willen verder evolueren is nog belangrijker om te slagen. Veel van die dingen zie je al in de manier waarop iemand opwarmt, daarom zijn we vaak ruim op voorhand aanwezig.
Hoe gaan jullie als scout om met laatrijpe spelers?
Over alle leeftijden heen zijn er twee constanten bij de detectie van talent: we beoordelen eerder de kwaliteiten dan de gebreken, en we proberen doorheen de directe prestatie te kijken en eerder te letten op de ontwikkelingsmogelijkheden. We zullen dus nooit iemand aanwerven louter op basis van zijn fysisch profiel. Als je het scheidsrechtersblad bekijkt, dan zie je bij veel ploegen, spelers die vooral in de eerste maanden van het jaar geboren zijn, en dus fysisch sterker zijn. Laatrijpe spelers met intrinsiek veel talent dreigen op die manier te vroeg uit de boot te vallen, en dat proberen we te vermijden.
Kan je reeds bij een heel jonge speler zien of die zich kan ontwikkelen tot een profspeler?
Bij de allerjongsten is het onmogelijk om te voorspellen wat het niveau van iemand tien jaar later zal zijn. Teveel vaardigheden, zoals techniek, motoriek, snelheid, kracht, inzicht en mentaliteit passen zich voortdurend aan aan omstandigheden die veranderen, bv. het spelen op grotere ruimtes, nieuwe en betere tegenstanders of ploegmaats, ….. Het gaat over kinderen die nog niet in de pubertijd zitten, en waarvan ontwikkeling op veel gebieden nog een groot vraagteken is.
Als het zo moeilijk te voorspellen is, op welk niveau iemand zal terechtkomen, is het dan eigenlijk zinvol om op zoek te gaan naar 7-jarige spelers?
Je raakt een heikel punt aan. De Voetbalbond is van oordeel dat de allerjongsten best rond de kerktoren blijven spelen. Ik deel die mening volledig, en daarom hebben we vorig jaar geen U8-ploeg opgericht. Er waren echter slechts weinig teams die dit deden, met als gevolg dat we, toen we aan het scouten waren in functie van de U9, tot de vaststelling kwamen dat de concurrentie reeds gaan lopen was met heel wat spelers uit de directe regio. We vertrokken dus met een achterstand en kunnen met andere woorden niet anders dan pragmatisch denken en ook zelf een ploeg U8 oprichten.
Jullie mogelijkheden zijn sterk afhankelijk van de resultaten van de 1ste ploeg. Zorgt dat soms niet voor veel frustratie?
In het recente verleden viel onze 1ste ploeg in de hoek waar de klappen vielen, en dat had zijn repercussies voor de jeugdscouting. Vorig jaar was er half april nog geen zekerheid over onze toekomst, met als gevolg dat veel spelers en hun ouders eieren voor hun geld kozen. Bij de U15 vertrokken 8 spelers, bij de U16 6. Het leeuwendeel vertrok naar KV Oostende en Zulte-Waregem, ploegen voor wie we op het vlak van opleiding zeker niet moeten onderdoen. De laatste vijf jaar werden bij onze U14, U15 en U16 veel goede spelers opgeleid, maar ze geraakten vaak niet waar wij ze willen, namelijk bij onze beloften.
De deadline voor een inkomende of uitgaande transfer bij de jeugd is 1 mei. De dagen voordien zijn ongetwijfeld heel spannend.
Ik geef graag een voorbeeld. Vorig jaar werd ik op 30 april om 22.00u ervan op de hoogte gebracht dat de aanvoerder van onze U16 in extremis naar de buren vertrok. Ik heb toen direct een jongen uit Zottegem uit zijn bed moeten bellen met de vraag of hij voor ons wilde komen spelen. Dat is voor dat gezin toch een ingrijpende beslissing waarvoor ze heel weinig bedenktijd kregen. Maar gelukkig was hun antwoord positief.
"Het feit dat onze U19 deze week op en tegen Monaco mag spelen, is heel goed voor de uitstraling van onze werking."
Het ziet er naar uit dat deze situatie zich dit seizoen niet zal voordoen.
Inderdaad, de resultaten van de A-kern stemmen ons hoopvol. Betere uitslagen van de 1ste ploeg maken jeugdtransfers veel gemakkelijker. Het feit bovendien dat onze U19 deze week op en tegen Monaco mag spelen, is heel goed voor de uitstraling van onze werking.
Hoe wil jij de scouting de komende jaren verder uitbouwen?
Ik hoop dat we de financiële mogelijkheden zullen krijgen om ons team uit te breiden tot 15 scouts. Daarnaast kan er misschien opnieuw geïnvesteerd worden in busjes die jeugdspelers voeren van huis naar training en omgekeerd. En in een ideaal leven komen we bij de jeugd in de Elite 1-reeks terecht.
Kan je dat laatste kort uitleggen voor zij die de jeugd niet echt volgen?
De 24 profteams zijn verdeeld in een Elite 1- en een Elite 2-reeks. In reeks 1 zitten de topploegen. In de 2de zitten o.a. Cercle Brugge, KV Kortrijk en KV Oostende. Als je met je jeugdploegen op het allerhoogste niveau wil spelen, moet je zwaar investeren in de omkadering – parttime jeugdtrainers, kunstgrasterreinen, accommodatie, doorstroming van jeugdspelers enz..- want dat levert bij een doorlichting veel punten op. Voorlopig is dit nog een utopie, maar met de hulp van Monaco lukt dit hopelijk op een dag.
Vorig voetbalseizoen was een annus horribilis voor de jeugdwerking van Cercle Brugge. Toch eindigde voor de scouting het jaar mooi.
Dat klopt. Vijf jeugdspelers (Gianni Swennen, Olivier Deman, Martin Puskas, Charles Vanhoutte en Francis Cathenis, n.v.d.r.) kregen een contract bij Cercle. Voor sommigen onder hen hebben we veel moeite moeten doen om hen te overhalen uit te komen voor Groen-Zwart. Die contracten geven ons een grote voldoening en we zijn trots op hen dat ze de kans die ze bij ons gekregen hebben met twee handen gegrepen hebben.
Terecht! Bedankt voor het interview.
(Diederiek Vermeersch)