Met Benjamin Delacourt trok Groen-Zwart ervaring aan bij de over het algemeen toch wel jonge nieuwe Cercle-ploeg. De naam Benjamin komt uit de Bijbel. Benjamin was de jongste zoon van de 12 kinderen van aartsvader Jakob (en zijn vrouw Rachel). Met de uitdrukking “de benjamin” denken nog weinig mensen aan de Bijbel, maar wel aan het begrip “de jongste”. Bij stamnummer 12 is Benjamin niet de jongste maar, op Brian Vandenbussche na, de oudste.
Een kennismaking met onze centraal verdediger.
Stel je jeugdjaren even voor.
Ik ben op 10 september 1985 geboren in Croix, Noord Frankrijk. Binnenkort staat mijn teller dus op 32. Op mijn vijf jaar trapte ik mijn eerste balletjes bij het lokaal ploegje, maar snel ging het naar het grote Lille. Daar doorliep ik de jeugdrangen tot de U16. Lille beschikt over een fantastisch opleidingscentrum, wat mijn kwaliteiten vormde. Daarna stak ik de grens over naar België richting Moeskroen Daar tekende ik ook mijn eerste contract. Aanvankelijk een “contract beloften” en nadien een profcontract. Ik speelde met de Beloften, trainde met de A-kern en speelde ook een wedstrijd met de fanions.
Na een zestal jaar “Hurlus” trok je terug richting Frankrijk?
Inderdaad. Van 2006 tot 2011 speelde ik voor ES Wasquehal ( D4, CFA en CFA2). Ik speelde er quasi alle wedstrijden en was ook twee seizoenen kapitein. Eén exploot van Wasquehal was toen we in 2011 tot de 1/16 finale van de “Coup de France” konden doorstoten.
De liefde met Moeskroen was nog niet over, want in 2011 stond je opnieuw op “Le Canonnier”?
Ditmaal bij het “nieuwe” Moeskroen, RMP. Ik verbleef er vier seizoenen, waarvan drie in tweede afdeling en één in eerste. Ik speelde er zowat een honderdtwintig wedstrijden. Dat ik er als verdediger ook heel wat doelpunten maakte? Ik ben sterk in de lucht en trof zowat een dozijn keer raak. Het is niet de nationaliteit maar de kwaliteit van de spelers op het terrein die van tel is
Je bleef in België en verkaste naar Deinze. Daar kwam je ook een oude bekende tegen en enkele andere Cercle-oudgedienden?
Dennis van Wijk was er trainer, maar zijn assistent was Geoffrey Claeys met wie ik nog samen speelde bij Moeskroen. Na het vertrek van van Wijk werd Geoffrey hoofdcoach. Dat was wel een speciale relatie natuurlijk, een voormalig collega-speler die je hoofdtrainer wordt. Maar dat verliep zeer goed. Nadien kwam Regi Van Acker overnemen.
Ik speelde ook naast een andere Cercle-bekende, Hans Cornelis. Ik heb het wel niet met hem over Cercle kunnen hebben want tijdens het seizoen was er nog geen sprake van dat ik naar hier zou komen. Dit gebeurde, tijdens de vakantie, compleet onverwacht.
Hoe dan?
Na afloop van de vorige competitie bij Deinze vertrok ik op vakantie. Ik kreeg een telefoontje van François Vitali (nvdr: onze nieuwe sportief directeur) om mijn situatie bij Deinze te schetsen. Ik vertelde hem dat ik nog een jaar onder contract lag. Vanzelfsprekend had ik interesse in het nieuwe project van Cercle, maar gezien mijn lopende contract lag dit niet in mijn handen.
Ik belde naar coach Regi Van Acker. Hij was bereid mij te laten gaan gezien de mooie kans - en het mooie Cercle-project - die ik kreeg op mijn leeftijd. Hij gaf mij “groen licht”. De voorzitter van Deinze zag dit echter anders en wou mij aan mijn contract houden. Er is onderhandeld tussen de twee besturen die uiteindelijk tot een overeenkomst kwamen. Zo tekende ik hier voor een jaar.
Laten we nog even bij Deinze blijven. Het was een bizar verhaal wat zich vorig seizoen afspeelde, niet?
Eigenlijk begon het reeds het jaar voordien. Door de op til zijnde competitiehervorming diende de ploeg bij de eerste acht te eindigen. Het bestuur stelde een heel competitieve ploeg samen, maar op het eind waren we er net niet bij. Het vorige seizoen startte dus in de nieuwe 1e amateur liga. Alles verliep lekker en we concurreerden met Beerschot toen we plots, na enkele maanden competitie, door een klacht van Seraing, tientallen punten afgetrokken werden (nvdr: dit kwam door het al dan niet reglementair opstellen van een speler – het ganse verhaal weergeven is te uitgebreid). Je kunt je voorstellen dat dit mentaal enorm zwaar was voor de spelers en de ploeg. Uiteindelijk haalde de voorzitter en de advocaten toch het gelijk naar Deinze. In plaats van de top dreigde immers de degradatie door een administratieve aangelegenheid. Zonder dit feit haalden we ongetwijfeld een beter eindresultaat.
Hier bij Cercle zit je tussen tal van landgenoten?
Ik kende dit ook reeds bij Moeskroen toen Lille ze overgenomen had. Het is echter niet de nationaliteit maar de kwaliteit van de spelers op het terrein die van tel is. Of het nu Fransen, Argentijnen, Spanjaarden of wat dan ook zijn, dat is niet van tel. We hebben een goede ploeg.
We gaan er het maximum aan doen om dit jaar de promotie te realiseren. De kern is tamelijk uitgebreid. Er is een grote concurrentie. Zo maak je vooruitgang als speler en als ploeg. Het project van Cercle is ambitieus en daarvoor moet je ook ambitieuze spelers hebben. De concurrentie zal de groep goed doen.
Benjamin staat als begrip voor “de jongste”, maar je bent hier meer “de Nestor”? (nvdr: spreekwoordelijk “de oudste en eerbiedwaardigste persoon in een vereniging of gezelschap” – afkomstig uit de Griekse mythologie)
Dat is een van de redenen waarom de technisch directeur mij hier wou. Met de ervaring die ik opdeed bij Moeskroen in het project Lille-Mouscron, weet hij dat hij op mij kan rekenen om de jongeren hier te ondersteunen. Het omkaderen van de jongeren is een van mijn doelstellingen. Anderzijds ben ik hier natuurlijk vooral om te spelen. Dat ik actueel 2e kapitein ben? Op dit ogenblik kiest de coach daarvoor. Het is een rol die me ligt. De jongeren omkaderen, er naar schreeuwen als het nodig is en “copain” zijn in de andere gevallen. Er moeten enkele dergelijke spelers zijn in een ploeg.
Wat niet onbelangrijk is, je bent voetbal-Belg?
Ja, ik word beschouwd als voetbal-Belg op het scheidsrechtersblad. Ik genoot een deel van mijn jeugdopleiding bij Moeskroen en finaliseerde het ook daar. Vandaar.
In je periode bij Deinze stelde je in een interview dat je doel was om ooit nog eens terug in 1A te spelen, een competitie waar je bij Moeskroen van proefde.
Vanzelfsprekend! Als je er eenmaal van proefde wil je meer. Op mijn leeftijd kan dit Groen-Zwarte project me naar de Jupiler League leiden. We gaan er het maximum aan doen om het dit jaar te realiseren.
En familiaal?
Ik ben gehuwd en heb twee kinderen. Een jongen en een meisje. “Le choix du roi” (1). Ik woon in Frankrijk, in Hem, vlakbij Roubaix en op een boogscheut van de Belgische grens.
((1) Nu we toch geschiedkundig bezig zijn in dit artikel: dit begrip stamt uit de middeleeuwen toen vorsten en aristocraten een zoon wensten om hun naam verder te zetten en hun bezittingen te behouden en daarnaast een meisje om uit te huwelijken in een andere belangrijke familie om zo de macht te kunnen uitbreiden.)
Stout slotvraagje. Ik las ooit ergens dat uw favoriete Franse ploeg Bordeaux is. Mag je dit hier wel uitspreken?
(lacht) Ik heb steeds van die ploeg gehouden. De generatie van Lizarazu, Zidane, Dugarry, … de tijd van het grote Bordeaux. Het is gebleven (met een verontschuldigende glimlach).
(Georges Debacker)