koop tickets online

Wat nu? - Willy Craeye

Wat nu?  Blijkbaar kan zoiets zelfs nadat je al een respectabel aantal oud-Cerclespelers geïnterviewd hebt: Je komt thuis, en je vraagt je af: “Hoe leg ik dat aan boord?  Hoe slaag ik erin een correct beeld weer te geven van een mens die al te eenzijdig uit de verf komt als ik alleen de woorden weergeef die hij mij liet horen?”  Doe ik niet meer dan dat, schrijf ik alleen Willy’s antwoorden op de gestelde vragen neer, dan zou de lezer zich hem wel eens  met een al te donkere bril op kunnen voorstellen.  Werd ons gesprek gefilmd, dan kon de kijker zien dat dergelijke indruk niet klopt.  De belangrijkste oorzaak hiervan komt erop neer dat Willy, nu 78 jaar, tegelijkertijd weinig interesse heeft behouden voor wat hij als Cerclespeler 60 jaar geleden heeft gepresteerd en dat dit verleden toch een deel uitmaakt van de persoon die hij is op de dag van vandaag.  Een gezellige, goedlachse persoon is hij, die echter een stuk verleden in zich draagt, waarvan hij niet kan verhelen dat het hem is tegengevallen.  Zou ik het als ‘een brok onverteerd verleden’ brandmerken?  Neen, dat niet, ‘k geloof niet dat Willy er in de voorbije halve eeuw ook maar één uur van wakker gelegen heeft, maar vraag je hem expliciet naar ‘de tijd van toen’, dan brandt ‘de waarheid’ op zijn tong.

De waarheid?  De waarheid?  Daar moet ik verder over uitweiden, al gaat er een vrij lange aanloop aan vooraf…

Ik was enthousiast toen onze hoofdredacteur, Georges Debacker, me voorstelde Willy Craeye te interviewen.   Ik herinnerde me Willy immers heel goed.  Destijds, zo lang geleden, had hij als jong Cerclespeler indruk op mij gemaakt.  Na vier jaar in Derde werd Cercle kampioen tijdens het seizoen 1955-1956.  Ik stond vol bewondering in vuur en vlam voor de kampioenenploeg: Raoul Verleye, Marin Roye, Maurits Crépain, Roger Claeys, Adhémar Slabbinck  Jackie Decaluwé en de bijna uitsluitend Antwerpse voorlinie met Vic Derboven, Richard Van Gassen, Français Loos, Guy Thys en onze bloedeigen Pierre Schotte.  Geen wonder was het dat ik met grote ogen opkeek naar enkele beloftevolle jongeren die van zich lieten spreken en voor nieuw bloed zorgden tussen de zopas vernoemde ‘oude ratten’.  In het bijzonder Gaston Eeckeman en Willy Craeye, in mindere mate ook Herman Houf, stelden mij, zelf nog jonger dan die nieuwe sterren aan het Groen-Zwarte firmament, gerust dat Cercle stand zou houden in Tweede.  Willy Craeye imponeerde mij als een aalvlugge aanvaller met goede invallen die op een eigen, onverwachte manier een gevaarlijke aanval kon lanceren.  Heel goed herinnerde ik me echter ook dat hij na weinige wedstrijden plots uit het Groen-Zwarte blikveld verdwenen was, helemaal verdwenen eruit, zonder dat ik er enig idee van had hoe dat kwam.  Ja, het kwam goed uit dat me voorgesteld werd Willy te interviewen.  Ook na zo lange tijd vroeg ik me af hoe het kwam dat hij er ‘al met eens’ niet meer was.

Bijgevolg: als interviewer fietste ik met licht gemoed en heel nieuwsgierig naar Willy’s woonst in Sint-Andries?  Toch niet!  Nieuwsgierig was ik wel, maar vederlicht viel dat gemoed van mij niet uit.  Stel je voor: Toen Georges Debacker Willy contacteerde vroeg onze ex-Cerclist hem: “Durft je interviewer de waarheid neer te schrijven?”  “Oei,” dacht ik toen Georges me dat zei, “er zal iemand Willy lelijk tegen de schenen getrapt hebben…  Natuurlijk, natuurlijk mag ‘de waarheid’ het daglicht zien, maar het wordt delicaat als Willy namen vernoemt van wie hem onrecht zou hebben aangedaan.  Onvermijdelijk zal het interview een verhaal uit één mond worden, waarbij wie aangeklaagd mocht worden geen kans heeft op een repliek.  Hopelijk, vooral, komt hij niet voor de dag met een zo kwalijk verhaal dat het beter in de nevelen van het verre verleden verdampt dan dat het nu nog bovengehaald wordt.”

Mocht u, lezer, enigszins in mijn ongerustheid gaan delen zijn, dan kan ik u meteen gerust stellen.  Willy weet zich onheus behandeld, maar het gaat om feiten waarbij een buitenstaander denkt: “Ja, dergelijke zaken komen, helaas, al te dikwijls voor.  Aanvaardbaar zijn ze niet, maar we leven nu eenmaal in een wereld waar een ideale gang van zaken ver te zoeken is.”  Willy, echter,  commentarieert: “Je moet dat zelf hebben meegemaakt als een jong spelertje, zo’n gebrek aan teamspirit en zo’n tekort aan psychologisch inzicht, om te begrijpen wat voor een dégoût zoiets  oplevert.”

Er zijn drie zaken die Willy aanklaagt.  Laat me ze eerst inkaderen.  Tijdens Cercles eerste jaar in Tweede, 1956-’57, speelde hij één wedstrijd in het fanionelftal.  Het jaar erop elf wedstrijden.  Het is niet uitzonderlijk dat begaafde spelers vrij jong debuteren in een eerste elftal, maar Willy was bijzonder jong, pas 17 jaar.  Begrijpelijkerwijze, en niet ten onrechte, droomde hij van een heerlijke toekomst als voetballer.  Meer dan hem lief was echter wist hij zich gedwarsboomd door de Antwerpse, altijd geselecteerde, voorspelers, die “samen in dezelfde auto uit Antwerpen naar Cercle reden”.  Dat ‘dwarsbomen’ zou Willy wellicht geredelijk aanvaard hebben, was het niet dat hij zich als slachtoffer geviseerd voelde.  Dit vooral ging hem tegen: in het toenmalige WM-systeem met vijf voorspelers werd hij meermaals niet als hoekspeler maar als inside, dat betekent tussen de midvoor en de hoekspeler, opgesteld.  En trainer Guy Thys plaatste hem daar om Vic Derboven te sparen, om Vic ademtijd te geven tussen zijn acties door.   Een hoekspeler hoefde immers niet voortdurend, onophoudelijk, te draven, zoals een inside dat wel moest doen.  “Dat, zoiets, een jonge voetballer met een lichaam dat op die leeftijd nog niet volgroeid is, met zo’n zware opgave belasten zodat je eigen favoriet het wat rustiger aan kan klaren, dat doe je niet. Het is fysiek en psychologisch onverantwoord,” klaagde Willy aan.  En als illustratie voegde hij eraan toe dat hij in een wedstrijd tegen A.S. Oostende kort na drie, vier, opeenvolgende spurten plots alleen verscheen voor de toenmalige nationale doelwachter, Pol Gernaey, maar dat hij het niet verder bracht dan hem het leer zomaar zonder enige kracht in de handen te shotten.

Het tweede dat Willy zwaar tegen de borst stootte, was van een heel andere aard.  Hij vond het niet alleen eigenaardig maar zelfs oneerlijk vanwege Cercle, maar speelde hij bij de fanionelf, dan stortte Groen-Zwart slechts de helft van het bedrag dat de andere spelers verdienden, op zijn spaarboek.   Dat geen geld aan spelers onder de 21 jaar in de hand uitbetaald werd, kon Willy  aanvaarden, maar dat halveren van het bedrag zat hem hoog.

En het derde waarover Willy zozeer niet te spreken was dat hij het niet kon verzwijgen, is het feit dat Cercle hem na het einde van het seizoen 1957-’58 niet liet meegaan naar A.S. Oostende met Louis Versyp, die in de loop van het voorbije seizoen bij Cercle Guy Thys als trainer vervangen had.  Versyp had Willy graag meegenomen en hem zelfs verzekerd van een plaats in het eerste elftal.  Vermoedelijk, zo denkt, Willy, stelde Groen-Zwart dat veto om te voorkomen dat hij, Willy, bij een rechtstreekse tegenstander terecht zou komen.  Uiteindelijk belandde hij bij F.C. Eeklo, een afdeling lager, en dat na bijzondere inspanningen vanwege het Oost-Vlaamse team, niet dankzij Groen-Zwarte medewerking. 

"Een buitenzinnige uitgelatenheid voor een doelpunt kon bij mij niet opkomen."

Is het dat, slechts dat, wat het interview opleverde: Niets dan klachten, niets dan negatieve terugblikken bij een speler die het in een ver verleden niet heeft weten waar te maken bij Groen-Zwart?  Wilt u onze ex-Cerclist begrijpen, hem ‘naar waarheid’ inschatten, dan is het nodig dat u meer weet over hem en zijn specifieke persoonlijkheid.  Willy is nooit ‘een voetbalbeest’ geweest.  Dat was hij niet eens toen zijn toekomst als voetballer hem het meest rooskleurig leek.  Als knaap voetbalde hij dolgraag.  Hij woonde in de Ganzenstraat in Brugge en voortdurend voetbalde hij … doorgaans alleen, zelden met vrienden dus, voortdurend de bal tegen de muur shottend.   Toevalligheden leidden hem naar Cercle.  Verschillende keren ontmoette hij Lucien Dhondt, destijds overbekend als Cerclefiguur en als leverancier van bananen, onder meer aan zijn grootmoeder, die een groentewinkel had in de Oude Gentweg.  Een nicht van Willy was getrouwd met Pietje Roggeman, één van mijn favoriete spelers bij het Cercle van niet zo lang na de Eerste Wereldoorlog.  Hoe weinig belang Willy ook aan de kleuren hechtte, het tapijt dat voor hem open gespreid lag, kleurde Groen-Zwart.  Bijzonder typisch voor Willy is het volgende.  Hij speelde weinig bij de Cerclejeugd doordat hij vroeg bij de reserves en de eerste ploeg terecht kwam, maar tijdens de korte tijd dat hij bij de scholieren of de juniores speelde, scoorde hij aan de lopende band.  Bij de eerste ploeg echter trof hij slechts éénmaal raak. Hij scoorde die enige goal als openingstreffer in een thuismatch tegen Racing Doornik, wedstrijd die uiteindelijk op 1-2 verlies uitdraaide. Van naaldje tot draadje kan Willy dat pareltje van een doelpunt beschrijven:  rechts kreeg hij juist voor ‘de zestien’ de bal van ver toegespeeld, hij dribbelde een paar verdedigers, liep met de bal een heel eind naar links, voerde een verrassende crochet uit, keerde terug totdat hij weer midden de breedte van het veld net buiten de zestien terechtkwam, en als bekroning van deze knappe actie knalde hij het leer keihard in de winkelhaak.  Wat hierbij zo typisch is voor Willy is vooreerst de oogstrelende makelij van het doelpunt, maar vooral de commentaar die hij zestig jaar later laat volgen op zijn beschrijving ervan.  “Ik was blij,” zegt Willy, “ja, ik was blij, dat wel, maar ik voelde niks van de euforie zoals vele spelers tegenwoordig demonstreren als ze gescoord hebben.  Zo’n buitenzinnige uitgelatenheid voor een doelpunt kon bij mij niet opkomen.”  Enigszins in de zelfde lijn ligt wat hij vertelt over zijn verhouding tot zijn medespelers: met iedereen kwam hij goed overeen, maar actief deelnemen aan hun gebabbel lag hem niet, zich volop opgenomen bij die leuke bende voelde hij zich niet.  

En nu, al ben ik geen psycholoog,  hopelijk gunt u het mij, lezer, dat ik even verder nadenk over de verhouding tussen Willy’s persoonlijkheid en de betekenis van Koning Voetbal in zijn leven.  Welnu, ik vroeg Willy of hij tijdens de voorbije jaren  goed zijn boterham verdiend had.  Hij antwoordde mij dat hij 38 jaar in het onderwijs had gestaan, als technisch leraar in de afdeling houtbewerking van het Koninklijk Atheneum van Knokke-Heist.  Met terechte fierheid wees hij mij op het kunstvolle meubilair in zijn living, allemaal zelf gemaakt.  U las al dat Willy geen ‘voetbalbeest’ was.  Koning Voetbal, Cercle Brugge evenmin, heeft ooit wortel geschoten in hem.  Van binnen uit is Willy iemand die meer dan Jan met de pet geniet van wat hij als ‘schoon’ ervaart, van het artistieke, van wat het gewone op een kunstige wijze te boven gaat.  Dat is zelfs zo als het om een doelpunt gaat…  Mij was het niet moeilijk zijn standpunt te begrijpen bij de donkere toekomstvisie voor het voetbal, wereldwijd, die hij, eerder vluchtig, uit de doeken deed toen we daar verder over praatten.  Maar eigenlijk interesseert hem dat niet.  En in welke mate Cercle hem interesseert, bleek overduidelijk uit zijn antwoord op mijn vraag hoe hij tegen het Cercle van vandaag aankijkt.  Twee wedstrijden voor het einde van het eerste periodekampioenschap antwoordde hij: “Ik hoop dat ze erin blijven.”  Neen, zijn wens dat Cercle niet zou degraderen, was niet ironisch bedoeld…

En nu heb ik het wat moeilijk, lezer.  Terecht portretteer ik Willy Craeye als een ex-voetballer voor wie de lederen bal lang niet centraal staat in zijn leven, maar ik vrees dat wat u gelezen hebt de indruk nalaat dat ik hem in de eerste alinea ten onrechte als gezellig en goedlachs heb bestempeld. Wat u las, gaat daar niet tegen in.  “Om naar een voetbalmatch te gaan kijken heb ik geen cent over”, zegt hij, maar van ‘een terrasje’ kan hij echt genieten, en jarenlang al komt hij wekelijks samen met een uitdunnend groepje kameraden.  ‘Uitdunnend’, want onder meer Gaby Savat, jarenlang een door vriend en tegenstander gewaardeerde Clubspeler, is er niet meer bij.  Enkele weken geleden bezocht Willy, samen met Gaston Eeckeman, hun vroegere blauw-zwarte tegenstander in het rusthuis waarin hij verblijft.

"Ondanks alles acht ik mij een gelukkig mens."

Ik beëindigde het interview met een ietwat schalkse vraag. In oktober 1956 verloor Willy zijn eerste match bij Cercle, thuis tegen Racing Tienen, 0-1,  en anderhalf jaar later werd ook zijn laatste Cerclematch een nederlaag, 2-1  op Patro Eisden.  Of hij misschien een ‘geboren loser’ was, vroeg ik hem.  Rustig verzekerde mijn gastheer mij dat hij zich een gelukkige mens acht “omdat mijn vrouw en ik op onze leeftijd nog elke dag samen kunnen genieten van ‘t gene dat we hebben na al wat we zijn tegengekomen.”  Op dat ogenblik had Willy al verteld hoe hij bij Eeklo als voetballer niet had kunnen doorbreken wegens een bijzonder zware hersenschudding die hij nog voor zijn transfer bij een voetbalmatch onder militairen had opgelopen toen een bal van dichtbij keihard tegen zijn hoofd werd geschopt.  Een volle maand verbleef hij in de kliniek en de dokter liet er geen twijfel over bestaan: de gevolgen ervan zouden blijven natrillen, nooit meer zou hij kunnen voetballen als voordien.  Maar het was niet daaraan dat Willy dacht toen hij te verstaan gaf dat hij en zijn vrouw met heel wat tegenslagen werden geconfronteerd.

Neen, het ziet er niet naar uit dat er ooit iemand voor de dag komt met een uitgebreide biografie van Willy Craeye.  Zou het schrijven ervan de moeite lonen?  Wel, uniek zou die biografie zeker zijn.  Net zo uniek zou die zijn, lezer, als die over u, als die over mij en als die over onze buurman.  Geenszins bedoel ik daarmee dat die alledaags zou zijn, wél dat iedereen op een eigen, merkwaardige, wijze zichzelf is en beleeft wat hij of zij meemaakt.  Mij zal Willy bijblijven als een bijzonder getalenteerde jonge voetballer, wiens hart, binnen en buiten het voetbalspel, nooit op de eerste plaats klopte met het oog op sensatie of succes, maar des te meer voor het oogstrelende, het kunstvolle, het gracieuze.

(Georges Volckaert)

Gerelateerde nieuwsberichten

Cerle Brugge KSV
Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 241)

  Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 241)
(periode van 02-12-1961 -> 09-12-1961)

  • Cercle

Speeldag 12 zorgde ervoor dat Cercle een verplaatsing naar Sint-Truiden voorgeschoteld kreeg.  Op zichzelf niet echt iets speciaals ware het niet dat onze groen-zwarten en de geel-blauwen elk negen punten telden.  Als Cercle het laken naar zich toe trok konden ze een mooie sprong voorwaarts maken maar deze redenering ging natuurlijk even goed op voor Sint-Truiden.  Misschien schoten ze allebei nog het meest op met een gelijkspel…
“Veritas” mocht voor het “Brugsch Handelsblad” mee op verplaatsing naar het verre Limburg om er een verslag te maken van de voetbalfeiten die zich voor zijn ogen zouden afspelen :

Sint-Truiden – Cercle Brugge 0-0  -  De verdedigingen primeerden…

“Deze belangrijke wedstrijd op het hobbelige Stayenveld –ongetwijfeld het slechtste terrein uit de hoogste klasse– is nooit tot een boeiend vertoon uitgegroeid.  Het spelpeil was even duister als het weer en de verdedigingen met zes of zeven man langs weerszijden, hadden vanzelfsprekend het hoogste woord.  Dat in die omstandigheden de bordjesman even goed thuis had kunnen blijven, is normaal : op de ganse duur van de partij werden juist geteld twee doelkansen geschapen.  Beiden werden verkeken, één langs iedere kant, zodat ook hier weer de stand gelijk was.  Zelden zagen wij een partij, waarin de supporters zo onverschillig bleven.  Er waren er t.a. niet zo heel veel opgekomen.  Uit hetgeen voorafgaat kan men reeds opmaken dat de brilstand de getrouwe weergave van de match is : wij denken dat bijna iedereen hiermee zal akkoord gaan.  De geel-blauwen zullen misschien aanvoeren dat zij meer aanvielen, doch hiertegenover zullen de Bruggelingen aanbrengen dat zij heel wat beter voetbal toonden.  En dat was inderdaad zo : de jongens van de nationale hulptrainer Goethals speelden werkelijk zo onbeholpen als het maar kan.  Het was voetbal in zijn primitiefste uitvoering, nl. hard tegen de bal trappen en er dan achterlopen !  De groen-zwarten daarentegen probeerden, telkens als zij bij de bal kwamen, deze met gemeten voorzetten over de grond naar voren te brengen en daarbij numeriek in de meerderheid te komen.  Daarvoor moesten zij iets meer lateraal spelen en zowel De Caluwé als Michiels in het spel betrekken.  Het is dus wel waar dat Cercle met 7 verdedigers speelde, maar het is even waar dat wij Cercle ook met 5 man in de aanval zagen, iets wat bepaalde persmensen niet willen zien…  Ten andere, ook Sint-Truiden had het accent vooral op de verdediging gelegd, wat gemakkelijk te verklaren is als men de klassering van de Limburgers bekijkt en overweegt dat zij de voorgaande vier wedstrijden op eigen veld verloren.  Hoe legt men anders uit dat de lokalen om hun twee halfspelers uit de fanionploeg te vervangen, beroep deden op de rechterback en de stopper van de reserven !  Zodat zij met 5 backs in lijn optraden en het werk voor de verbinding op de frêle schouders legden van de vroegere Lyraboy Walter Neefs en Ndala uitsluitend reserveerden voor de stugge bewaking van het “Brugse gevaar Bailliu” !  Over de wedstrijd zelf zijn we vlug uitgepraat.  De eerste helft ging tamelijk gelijk op met Cercle iets degelijker en ook gevaarlijker.  Vooral de langs Orlans opgezette aanvallen brachten de lokale verdedigers wel eens in verlegenheid.  Zo mocht Paelinck een kaarsje branden, toen Bailliu een 10-tal minuten voor de rust een énige doelkans verkeek.  Een door Orlans gegeven hoekschop werd door Paelinck gelost en Gilbert lepelde van op een drietal meter de bal over het ledige doel.  Even later brak Bailliu langs de linkerflank door en zijn goed gericht schot werd schitterend door Paelinck in hoekschop gered.  In deze periode kreeg Mortier weinig gevaarlijk werk op te knappen.  Toch onthouden wij zijn prachtige reflex op schicht van Leenders, niettegenstaande de autoritaire referee nadien voor buitenspel zou fluiten.  Tijdens de tweede helft waren de fruitjongens bijna doorlopend in het offensief, doch hier bewees Delfour dat zijn jongens het klappen van de zweep reeds kennen.  Op één enkele flater na werd de thuisspelers geen kans tot doelen gegeven, doch gelukkig voor Cercle miste Lolinga de hem door Baas geboden kans.  Voor de rest was het spel het aankijken niet waard en met een juiste 0-0 stand werd het einde gefloten.  Geen van beide ploegen verdiende beter…”


Technische  krabbels…
Sint-Truiden  –  Cercle  0-0


- opkomst : 5.000 toeschouwers.
- terrein : zwaar en hobbelig.
- fair-play : hard, doch binnen de perken.
- weersgesteldheid : mistig en kil.
- leiding : ref. Hannet, uitstekend.
- corners : Sint-Truiden 7, Cercle 4.
- Sint-Truiden : Paelinck, Martens, Boffin, Ndala, Peeters, Lismont, Vermeulen, Neefs,
  Nivelle, Lolinga, Leenders.
- Cercle : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom,
  Michiels, De Caluwé, Bailliu, Orlans.
 


Cercle stond na het gelijkspel tegen Sint-Truiden op een relatief veilige negende plaats met tien punten op de teller.  Dat waren er vier meer dan hekkensluiter Lierse en drie meer dan het voorlaatste Union Sint-Gillis dat zich mocht opmaken om naar het Edgard De Smedtstadion af te zakken.  Betekende de komst van Union een buitenkansje voor de groen-zwarten om de kloof met de degradatieplaatsen verder uit te diepen of zou Union zich niet zo maar naar de slachtbank laten leiden ?

De supporters konden, naar goede gewoonte, tijdig kaarten aanschaffen voor deze voor beide elftallen cruciale wedstrijd :

Kaarten op voorhand voor Cercle – Union : Voor de belangrijke wedstrijd die Cercle morgen tegen Union betwist op eigen veld, zijn er kaarten op voorhand te bekomen in het Hotel de Londres, ’t Zand, tot zondagmiddag 12 uur.  Ook op het Cercleterrein kan men zich voor deze wedstrijd reeds kaarten aanschaffen zondag van 10 tot 12 uur.”

Normaal verscheen er voor elke wedstrijd een soort ‘Vooruitblik’ in het “Brugsch Handelsblad” waarbij meestal een korte bespreking, een pronostiekje en de samenstelling van de Cercleploeg gegeven werd.  Deze keer had de samensteller van dit artikeltje blijkbaar een gebrek aan inspiratie want verder dan de vermoedelijke groen-zwarte opstelling kwam hij niet… :

Cercle – Union : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De Caluwé, Michiels, Bailliu, Orlans.”

En dan was het moment van de waarheid aangebroken…  Groen-zwart ontmoette geel-blauw in het vertrouwde Edgard De Smedtstadion.  “Vic Bergh” van het “Brugsch Handelsblad” zocht zijn plaatsje in het stadion op en hoopte ongetwijfeld, samen met de talrijk aanwezige supporters, dat Cercle een tweepunter in de wacht zou slepen…

Cercle Brugge – Union S.G. 1-4  -  De keerzijde van de medaille…

“Voor wie de groen-zwarten aan het werk zag tegen Waterschei, die ze afgetekend klopten, en thans tegen Union die even overtuigend de volle inzet wegkaapte, zal het verschil der prestaties zeker hemelsbreed schijnen.  En dit is zo, want zo geestdriftig, pittig en snedig Cercle acteerde tegen de Limburgers, zo onsamenhangend, ongeïnspireerd en passief zij het deed tegen de Brusselaars, met het rechtstreeks gevolg dat het i.p.v. een nieuwe bemoedigende zege een ontgoochelend en niet te verontschuldigen verlies werd.  Mag men hier dus gerust van de keerzijde van de medaille spreken, dan komt het ons voor dat de schrijnende zwakheid waarvan de Bruggelingen zondag getuigden, niet toevallig is en als een moeilijk afwendbare weerslag van het in de laatste weken gehuldigde defensief systeem mag aanzien worden.  Dit steunde immers onvoorwaardelijk op het rendement van enkele waardevolle pijlers als Michiels, Orlans, De Caluwé en Bailliu, die zich bovenmenselijke inspanningen moesten getroosten om het geheel in gang te houden en zowel defensief als offensief te doen renderen.  Wat zag men nu tegen Union ?  De motor Michiels vond opvallend de gepaste draai niet, evenmin als De Caluwé terwijl Orlans slechts enkele goede flitsen liet zien in de 1e helft om daarna helemaal niet meer mee te spelen.  Waar ook Notteboom niet boven kwam, bleef Bailliu nog de enige hoop om een geleidelijk hachelijker wordende situatie recht te zetten.  Maar ook deze hoop bleek ijdel, want Bailliu vermocht niets tegen de gesloten vierman Union-verdediging van wie de stugge Claes en Schraepen hem van geen vin losten.  Union, die werkelijk vocht voor iedere bal, bleek daarbij allesbehalve een kalantje, en wist tegen de “Cerclemuur” de passende tegenzet toe te passen.  Zij onthield zich angstvallig van stapelspel en trok het integendeel wijd open langs de puntspelers die de lokale achterhoede keurig uit elkaar speelden.  Hierbij traden bijzonder Van Wilder, Vanden Bergh en Van Cauwelaert op het voorplan zodat de eerder onzekere lokale verdedigers het hard te verduren kregen.  De 1-4 cijfers die Union op het skoorbord toverde, waren het normaal gevolg van haar onbetwistbare meerderheid die zich in alle lijnen aftekende en deed gelden.”


Technische  krabbels…
Cercle Brugge  –  Union Sint-Gillis  1-4


- opkomst : 9.000 toeschouwers.
- terrein : zeer glibberig.
- weersgesteldheid : koud en betrokken, donker naar het einde toe.
- leiding : ref. Deckx, behoorlijk.
- fair-play : in de perken.
- corners : Cercle 8, Union 6.
- doelpunten : 27’ Van Vaerenbergh 0-1, 31’ De Caluwé 1-1, 38’ Vanden Bergh 1-2, 47’
  Van Cauwelaert 1-3, 70’ Close 1-4.
- Cercle : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De
  Caluwé, Bailliu, Michiels, Orlans.
- Union : Vanderstappen, Devogelaere, Bruylants, Van Wilder, Claes, Schraepen, Van Vaerenbergh, Vanden Bergh, Mertens, Close, Van Cauwelaert.

 

 

Lees meer
Cerle Brugge KSV
Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 240)

Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 240)
(periode van 18-11-1961 -> 25-11-1961)

  • Cercle

Een wedstrijd tegen het Nederlandse NAC Breda werd stilaan een traditie.  Misschien, misschien ook niet, vraagt de lezer van deze rubriek zich af wat de afkorting “NAC” zou kunnen betekenen.  Je kunt er eventueel naar raden maar ik ben er vrij zeker van dat je er, zonder de broodnodige voorkennis, nooit achter komt.  Welnu, om al degenen die tot nog toe met dit prangend probleem worstelden uit hun lijden te verlossen, volgt hier (eindelijk) de oplossing.  NAC Breda ontstond op 19 september 1912 als resultaat van de fusie tussen twee ploegen.  Enerzijds was er NOAD (Nooit Opgeven Altijd Doorzetten) en anderzijds had je ADVENDO (Aangenaam Door Vermaak En Nuttig Door Ontspanning).  Toen de fusie er kwam in 1912 zocht men de nieuwe benaming echt niet ver…  De verantwoordelijken voegden gewoon de namen van de twee vroegere verenigingen samen en plaatsten er “Combinatie” achter.  Het resultaat van die fusie-denkoefening werd dus doodgewoon “Noad Advendo Combinatie” wat de logische afkorting NAC opleverde.  Zo zie je maar dat het niet altijd moeilijk hoeft te zijn…

Cercle – Breda 0-1  -  “Koude” en ondankbare karweien…

“Eens te meer is het tijdens het afgelopen weekeind klaar aan het licht gekomen, dat de sportliefhebbers uit het Brugse moeilijk warm te maken zijn voor vriendenwedstrijden, al hebben deze nog een (bescheiden) internationaal cachet !  Zowel zaterdag op Cercle als zondag op Club bleef de publieke belangstelling ver onder de verwachtingen en we kunnen niet eens zeggen dat de afwezigen ongelijk hadden.  Qua spelvertoon kon Cercle – Breda er nog enigszins door en bleef men niet verstoken van spanning, maar op de “Klokke” tegen Willem II –waarvan een spuiter zegde dat hun “sigaren” beter waren !– werd het een zeer middelmatig, zoutloos en koud gedoe.  Best nog dat de langs de micro doorgegeven prachtprestatie der Rode Duivels tegen Holland wat stemming en geestdrift bracht, anders ware het een volledig fiasco geworden…  Van dergelijke partijen kan gewis naar waarheid worden gezegd, dat het sop de kool niet waard is en hieruit zowel financieel als sportief weinig te halen is.  Veel meer dan “koude” karweien waren deze matchen niet, zowel voor spelers als dirigenten en publiek, zonder dan nog de mensen te vergeten die hierover verslag moeten uitbrengen en hard aan hun potlood moeten zuigen om iets aanvaardbaars op hun papier te krijgen.  Nieuwe experimenten en lichtpunten waren er evenmin en alleen was er het niet denkbeeldig risico van gekwetsten te moeten noteren, hetgeen Herssens en Van Gansbeke bij Club en Baas bij de groen-zwarten, aan den lijve ondervonden.  Bij dit alles is er ook bitter weinig te zeggen over de uitslagen, want had Cercle minstens een gelijk spel in het bereik dan moesten de blauw-zwarten met iets meer doordrijvendheid en wilskracht het pleit vlot gewonnen hebben…
Cercle steeds zonder doelschutters…
De semi-beroepsspelers van Breda lieten zaterdagavond op Cercle zeker geen onaardige indruk en pakten uit met een stevig aaneengesloten, snel en snedig spel dat de groen-zwarte verdediging aanvankelijk de voeten vol gaf.  De lokalen, die ditmaal enkel Michiels in achteruitgeschoven positie hielden wisten echter met gunstig gevolg het gevaar te keren, temeer dat de gasten zich niet al te schotvaardig toonden.  Het was dan ook eerder op een gelukje dat zij rond de 20e minuut aan de leiding kwamen met een doelpunt van Vander Lugt, die dankbaar gebruik maakte van een aarzeling van Baas om Mortier onherroepelijk te verschalken.  Tot dan toe had Cercle zich gewis niet onbetuigd gelaten en was zelfs iets meer bij de bal geweest, hetgeen onderstreept werd door talrijke hoekschoppen en enkele goede pogingen van Michiels, Notteboom en Bailliu die nipt het doel misten of door een klemvaste Nederlandse keper werden gestuit.  Naar het einde van de 1e time zouden de lokalen zelfs hun druk verhogen maar hier kon men andermaal vaststellen hoe moeilijk zij een doelpunt kunnen maken.  Vooraan was er opvallend gebrek aan samenhang, vooral dat Buyse als invaller voor de geselectioneerde Orlans er weinig van terecht bracht en bijzonder het inzicht miste dat zo kenmerkend is voor de Gentenaar.  Hoe Bailliu zich ook inspande en afsloofde, lijn en gang kreeg hij niet of onvoldoende in de Brugse aanvalsacties die dan ook meestal door de stug sluitende Hollandse verdedigers vlot werden afgewimpeld.  Er moet dan nog aan toegevoegd dat ook het geluk niet aan lokale zijde was, want als iedereen reeds de verdiende gelijkmaker meende te mogen toejuichen, sloeg de machtige kopbal van Bailliu op de dwarslat te pletter.  De bezoekers, die in het vierde kwartier weer gevaarlijk in het offensief kwamen, zouden evenwel ook met onkans af te rekenen hebben, want rake schoten van Van Gastel en Canjels (*) werden op hun beurt geremd door het doelhout terwijl Mortier ook enkele flinke saves naar voren bracht.  De groen-zwarten, die Michiels in verdediging hadden getrokken i.p.v. de gewonde Baas en Daels het nr. 10 hadden gegeven, zouden dan geleidelijk weer in de meerderheid komen, doch verder dan tot enkele corners brachten zij het weer niet.  Beurtelings gingen Bailliu, Buyse en Notteboom hun kans maar keeper Korebrits wist met alles raad, terwijl zijn maats van geen stootje vervaard bleken om de opdringende lokalen te stuiten.  Zodoende bleef het bij een 0-1 succes van Breda, daar waar een draw beslist beter de spelverhouding had weergegeven.”

(*) Leo Canjels (° Princenhage, 1 april 1933 - + Breda, 26 mei 2010) was van 1979 tot 1982 trainer van Cercle (nvdr).


De  acteurs

 

- scheidsrechter : Debleeckere.
- Cercle : Mortier, Serru, Decock, Baas (Daels), Wittewrongel, Demey, Notteboom, De
  Caluwé, Bailliu, Michiels, Buyse.
- Breda : Korebrits, Hoogenhuizen, Laseroms, Luyten, Kuys, Pelkmans, Meyers, Geraerds,
  Canjels, Vander Lugt, Van Gastel.
 


Na de oefenpartij tegen Breda werd er alweer vooruitgekeken naar de komende competitiematch, een thuiswedstrijd tegen Thor Waterschei.  De competitie primeerde immers en daar moesten punten ‘gepakt’ worden.  En daar hoorde, traditiegetrouw, ook een vooruitblik bij :

Cercle – Waterschei : De groen-zwarten staan morgen zondag op eigen veld voor een even belangrijk als zwaar treffen tegen Waterschei die tot hun rechtstreekse concurrenten behoort.  Cercle zal in deze vierpuntenwedstrijd weer al haar geestdrift en wilskracht moeten aanwenden om enige winst te boeken, vooral dat ook de stoere Limburgers een dringende puntennood hebben.  Kunnen De Caluwé en zijn maats éénzelfde presteren als tegen Antwerp naar voren brengen, dan zien we hen weer een nipte zege behalen met volgende officieuze formatie : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De Caluwé, Michiels, Bailliu, Orlans.”

Omdat er voor deze toch wel belangrijke wedstrijd nogal wat volk verwacht werd konden er kaarten op voorhand gekocht worden :

kaarten Cercle – Waterschei : Voor de kapitale wedstrijd van morgen zondag tegen Waterschei, zijn kaarten bij voorbaat te verkrijgen in het Hotel de Londres, ’t Zand, tot zondagmiddag 12 uur, evenals zondagmorgen van 10 tot 12 uur op het groot terrein van Cercle.”

En dan was het zo ver…  Zou Cercle in het zand bijten of zou, zoals het voorspeld was in de vooruitblik, een nipte overwinning worden ?  Misschien eindigde de wedstrijd wel gewoon op een gelijkspel, wie weet...  “Vic Bergh” mocht alvast, gewapend met pen en papier, richting Edgard De Smedtstadion stappen om er een verslag van de wedstrijd te maken.

Cercle Brugge – Thor Waterschei 5-1  -  Verdediging… is de beste aanval !?

“Van in onze voetbaljeugd hebben we het steeds met luide stem horen verkondigen “dat de aanval de beste verdediging was”.  Het gebeurde inderdaad niet zelden dat een ploeg die naar het einde toe van een wedstrijd zich in het defensief terugtrok om haar voorsprong te beveiligen, van een kale reis terugkwam en nog de inzet, of een gedeelte ervan, moest afstaan.  Daarom dat men orakelde dat het beter was verder zijn gewoon spel te spelen i.p.v. door een stug verdedigen een grotere aanvalskracht van de tegenstrever in de hand te werken met de eraan verbonden –vaak fatale– risico’s !  Even waar is het nochtans dat deze geijkte voetbalwaarheid de laatste jaren in de moderne spelconceptie heel wat van haar actualiteitswaarde heeft ingeboet en de meeste ploegen het juist andersom probeerden en het accent op de verdediging legden i.p.v. op de aanval.  Ongetwijfeld heeft dit zijn voor- en tegenstanders en vooral de echte voetbalkenners, die voor alles op een aantrekkelijk en technisch vaardig offensief spel zweren, veroordelen een stug “safety First”, dat er slechts op gericht is aan obstructie te doen en de aanval te breken.  Ook Cercle heeft zich noodzakelijkerwijze en uit nijpende puntennood naar een uitgesproken en versterkte verdediging gekeerd, en het moet gezegd dat de groen-zwarten hieruit heel wat meer baat halen dan uit hun vroeger lateraal en kort aanvalsspel, dat soms zelfs naar show rook maar hopeloos onproductief en steriel was.  Van deze grondige en niet door iedereen gesmaakte tactiekwijziging kan zeker hetzelfde niet gezegd, want uit de laatste vier wedstrijden –na het Waterlo op Standard– haalden Bailliu en zijn maats vijf kostbare punten, scoorden 9 doelpunten en lieten zich slechts viermaal verrassen.  Van hieruit te zeggen dat verdediging de beste aanval is, is maar één stap, en helemaal ongelijk hebben de nieuwe profeten niet !  Dat moest het eens zo gevreesde Waterschei zondag jl. tot zijn schade ondervinden, want spijt de Limburgers steeds lichtjes in de meerderheid waren en Cercle voor alles hen de weg naar het doel trachtte af te snijden, kregen zij zo maar eventjes een 5-1 pil te slikken, hetgeen zeker wel “de” verrassing van de dag betekende.  Zijn deze zware cijfers mogelijk wel een tikje geforceerd en werden zij wel enigszins in de hand gewerkt door het zwak presteren van de bezoekende stopper en keeper, dan is er evenwel niet het minst te tornen aan het verdiende van de Brugse zege, die voluit gerechtvaardigd was.

Enkele weken eerder had een groen-zwarte supporter zijn mening omtrent het reilen en zeilen van Cercle in een lezersbrief geventileerd (zie “Cercle en Brugge door de jaren heen…” deel 238).  Na de 5-1 overwinning tegen Thor Waterschei achtte Cerclespeler Gilbert Bailliu het moment gekomen om voor een antwoord te zorgen :

Gilbert Bailliu dankt de Cerclesupporters

“Enkele weken geleden heeft een Cerclesupporter uit Assebroek een open brief laten verschijnen in het “Brugsch Handelsblad” waarin hij oprecht en duidelijk de huidige situatie van Cercle overwoog.  Bedoelde schrijver, die de toestand nuchter en sportief bekeek, heeft op spelers en bestuursleden, hoe eigenaardig het ook mag luiden, een gunstige uitslag gevonden.  Ik heb echter gewacht tot de wedstrijd Cercle – Waterschei achter de rug was, om deze brief te beantwoorden.  Zijn we thans misschien niet op het keerpunt van de competitie gekomen wat betreft Cercle ?  Cercle heeft nu zo ongeveer haar leergeld in eerste klasse betaald.  De periode van zoeken en tasten is “Vorüber”.  In het begin werd “open” gespeeld, te traag en te lateraal.  Het gevolg hiervan was dat we pijnlijke nederlagen ondergingen.  Nederlagen als 3-0 op FC Luik, 7-2 op Charleroi en 7-1 op Standard konden niets anders dan het moreel van de ploeg ondermijnen.  Wat moest er gedaan worden ?  Was de toestand nu reeds hopeloos ?  Op dit ogenblik echter werden alle hoofden bij elkaar gestoken en werden de rechten en de plichten van de spelers en bestuursleden tegenover de Cerclesympathisanten onder de loupe genomen.  Het kwam er in de eerste plaats op aan punten te winnen !  De middelen waarover we beschikken werden toen eerst gebruikt en doelmatig toegepast.  Het gevolg hiervan was dat de pers een eerder ongunstige kritiek uitte tegenover het door Cercle geleverde spel.  De resultaten waren voor ons echter zeer gunstig.  De duurbare puntjes kwamen binnen, de supporter was tevreden en de Cerclespelers kregen opnieuw vertrouwen.  Ten slotte kan niemand meer loochenen dat de huidige spelconceptie niet noodzakelijk is.  Wij MOETEN ten slotte in eerste blijven en het vertrouwen dat de ware Cerclesupporter in ons stelt, waarderen.  Ik geloof dat we momenteel de goede weg zijn ingeslagen om alle verwachtingen die in ons gesteld werden, in te lossen.  Ik vraag daarom aan alle Cerclesupporters dat ze ons zouden helpen tot de overwinning.  Hun aanmoedigingen zijn MEER dan NOODZAKELIJK !  Supporters, gij hebt bewezen tegen Antwerp en Waterschei dat ge aan onze zijde staat.  In deze overwinningen hadt gij ook ruimschoots uw aandeel.  Mag ik u ook vragen in de overige wedstrijden uw luide keel niet te sparen om ons aan te moedigen, wij van onze kant zullen ook ons beste beentje voorzetten ook al gaat alles soms niet naar wens.  Waarde Cerclesupporters, laten wij de handen in elkaar slaan.  Ieder doet zijn best in de mate van het mogelijke en ten slotte zal één zaak vast staan…  WIJ KOMEN ER BESLIST !
Met de beste dank bij voorbaat, G. Bailliu.”


Technische  krabbels…
Cercle  –  Thor Waterschei  5-1


- opkomst : 8.000 toeschouwers.
- terrein : goed.
- weersgesteldheid : koud en overtrokken.
- leiding : ref. Blavier, bevredigend.
- fair-play : correct.
- corners : Cercle 3, Waterschei 5.
- doelpunten : 1’ Bailliu 1-0, 15’ De Caluwé 2-0, 20’ Oversteyns 2-1, 27’ Bailliu 3-1, 44’ De
  Caluwé 4-1, 82’ Bailliu 5-1.
- Cercle : Mortier, Vanderhaegen, Decock, Baas, Wittewrongel, Demey, Notteboom, De

  Caluwé, Bailliu, Michiels, Orlans.
- Waterschei : Loenders, Smeyers, Van Rooy, Meyers, Niessen, Bollen, Sneyers, Schoefs,
  Ritzen, Oversteyns, Hermans.

 

 

Lees meer
Cerle Brugge KSV
SHOT sprak met … Leentje Van Meirhaeghe

SHOT sprak met … Leentje Van Meirhaeghe

Marketing activation manager

“In ’t donkerst van ’t jaar.” Terwijl staf en spelers het balletje lieten rondgaan onder een Spaanse herfstzon, zochten we Leentje Van Meirhaeghe op. Sinds enkele maanden is zij voltijds in dienst van Cercle als ‘marketing activition manager’. Met het Cercle-DNA in de genen activeert ze de groen-zwarte beleving op alle mogelijke fronten. We waren benieuwd en praatten honderduit.

Stel je je even voor Leentje?

Ik ben geboren in Brugge, 33 jaar geleden. Ik groeide op in Damme en liep school te St. Leo in Brugge. Na de middelbare school studeerde ik Lichamelijke Opvoeding te Gent, waarna ik ook een master Sportmanagement voltooide. Ik besloot nog een jaartje in het buitenland te studeren en een extra master ‘Sportsmanagement and the Business of Football’ te doen in Londen. Daar deed ik veel ervaring op bij de grote clubs in Engeland. Bij mijn terugkeer naar België kon ik geen job vinden bij de eersteklassers. Daarom ging ik bij Decathlon aan de slag en werkte voor de winkels van Anderlecht en St. Truiden. Het ging ook overzee voor anderhalf jaar, richting Canada (Ottawa) waar ik voor Decathlon winkels heb geopend.

Lees meer
Cerle Brugge KSV
Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 239)

Cercle en Brugge door de jaren heen… (deel 239)
(periode van 04-11-1961 -> 11-11-1961)

  • Cercle

Cercle had van de komst van Beerschot geprofiteerd om een kostbaar puntje in de wacht te slepen.  Konden de groen-zwarten dit herhalen tegen de rood-witte stadsgenoten van Beerschot ?  Op de negende speeldag kregen ze alvast de kans om, in eigen huis hun puntensaldo wat aan te dikken…

Cercle Brugge – Antwerp F.C. 3-1  -  Geestdrift en strijdvaardigheid aan de basis…

“Zelfs als Cercle met zware cijfers op Olympic, Club Luik en Standard geklopt werd, was de sportpers het eens om te zeggen dat de Brugse nieuwelingen goed en aantrekkelijk voetbal speelden, maar opvallend de nodige kracht, hardheid en snelheid misten om nu reeds in eerste klasse volwaardig te renderen.  In andere woorden gezegd, de groen-zwarten waren te braaf en lieten zich te gemakkelijk maneuvreren door meer geroutineerde en geharde tegenstrevers, die reeds jaren het klappen van de zweep kennen.  En zie, in een paar weken is dit volkomen veranderd.  Cercle, die noodzakelijkerwijze naar het defensieve wapen greep, heeft zowel tegen Beerschot als tegen Antwerp met klank bewezen, wel de onontbeerlijke geestdrift en wilskracht te kunnen opbrengen om voor de broodnodige puntjes te kunnen vechten en dit met een verrassend succes.  Het waren immers in het bijzonder voornoemde factoren die de nochtans fel gehavende Brugse ploeg toegelaten heeft de “mennekens” in bedwang te houden en thans Antwerp haar eerste nederlaag op verplaatsing toe te dienen.  Alhoewel de groen-zwarten op papier geen schijn van kans werd toegekend om de Sinjoren ook maar enigszins te bedreigen, zijn ze er niet alleen in geslaagd door een stevige verdediging de roodbroeken te remmen, maar ook en vooral door hun snedige en geestdriftige uitvallen de Antwerpdefensie uit haar evenwicht te krijgen en tot driemaal toe te verrassen !  Overdreven was dat zelfs niet eens, want met een tikje meer beheersing vanwege Daels en Notteboom waren er beslist nog een paar doelpunten bijgekomen.  Reden om laatstgenoemde Cerclespelers hiervoor een steen te werpen is er echter in geen geval, evenmin als naar Wittevrongel wiens flater het enige doelpunt der gasten meebracht, want allen hebben zich als één man en met ware leeuwenmoed in de harde strijd geworpen.  Deze hebben ze trouwens ruim verdiend tot een goed einde gebracht, hetgeen een juiste beloning was voor hun allesgevend en niet-versagend presteren.  Want aan het verdiende van de lokale overwinning was er niet het minst te tornen daar waar Antwerp voor haar verlies weinig verontschuldigingen kan doen gelden, tenzij het uitvallen van back Adriaensens en vooral het feit dat zij in een slechte dag was…


Technische  krabbels…
Cercle Brugge  -  Antwerp F.C.  3-1


- opkomst : 9.000 toeschouwers.
- terrein : uitstekende staat.
- weersgesteldheid : aanvankelijk betrokken, daarna zon, lichte wind dwars over ’t veld.
- leiding : ref. Casteleyn, bevredigend.
- fair-play : bijna voorbeeldig.
- corners : Cercle 4, Antwerp 6.
- doelpunten : 25’ Daels 1-0, 42’ Notteboom 2-0, 47’ Declers 2-1, 57’ Notteboom 3-1.
- Cercle : Mortier, Serru, Decock, Baas, Wittevrongel, Demey, Notteboom, Daels, Michiels,
  De Caluwé, Orlans.
- Antwerp : Cooremans, Wouters, Adriaensens, Mees, Van Ginderen, Janssens, Beyers, Deckers, Van Gool, Bohez, Reniers.

 

Lees meer
Cerle Brugge KSV
SHOT sprak met … Pablo Vermote

SHOT sprak met … Pablo Vermote 

Content creative” & jeugdtrainer


“Misschien niet de beste, maar wel de mooiste vereniging van ‘t land…” We spraken Pablo Vermote, de man die sinds enkele maanden samen met het communicatieteam o.a. de sociale media bij de Vereniging stoffeert. We leerden de sympathieke Bruggeling kennen een dag voor de aftrap tegen Union St. Gillis. Of hoe de liefde voor Cercle nog maar eens een stem en een gezicht kreeg.

Lees meer